Bij fysieke ongemakken is het belangrijk om erover te praten, voor zo ver dat kan. Het moet geen taboe worden voor je client. Praten erover zorgt voor vertrouwen en ook voor bevestiging dat het niet erg is.
Als begeleider is het handig om de client te leren kennen door dossiers maar ook door gesprekken etc. Je weet wat voor fysieke ongemakken er kunnen zijn bij deze client. Hier kan je dan ook op letten. In het algemeen is het dan belangrijk om te kijken of een client ander gedrag laat zien. Boosheid, snel geirriteerd, prikkelbaar zijn vaak gedragingen die ergens wegkomen. Je moet dan kijken waar het weg komt. Doe dat door gesprekken met de client. De client zelf zou uiteindelijk wel iets moeten loslaten om van deze ongemakken af te komen.