Dit heb ik vooral in de praktijk moeten leren. In de theorie ligt dit ingewikkelder. Ik kijk vaak naar dossier en naar wat ik zie in het echt. Dit hang ik van elkaar af en beetje aftasten wat werkt bij de persoon. Aan de hand van je kennis kan je begeleidingstactieken aan passen.Iemand met een lager IQ heeft andere dingen nodig dan iemand met een hoog IQ. Je kijkt wat iemand nodig heeft, lichamelijk, geestelijk maar ook cognitieve basis. Je past taalgebruik alles aan. Hoe je dat doet is dus de client leren kennen. Van te voren is dit moeilijker te zeggen omdat je je niet altijd kan voorstellen hoe het kan zijn.