Het Ik boek. hoe ben ik volwassen geworden en wie ben ik.
Hoe verliep mijn baby, peuter tijd?
Hier herinner ik zelf niet zo veel van. Maar mijn ouders hebben me wel het een en ander oververteld. Ik was een lastig kind volgens mij ik huilde veel en ik wou meestal niet eten. Verder ontwikkelde ik wel op motorisch, cognitief en lichamelijk op een normaal niveau. Alleen sociaal emotioneel ontwikkelde ik niet goed door omstandigheden in mijn leven. Mijn peuter tijd verliep hetzelfde mijn taal ontwikkelde goed, maar ik liep wel later dan normale peuters. Ook huilde ik heel veel en vroeg om negatieve aandacht.
Hoe was je als jong en ouder schoolkind? Hoe kijk je terug op je (basis)schooltijd?
Ook in deze tijd herinner ik me niet zo veel. Mijn ouders hebben wel het een en ander verteld en heb verschillende dingen gelezen in jeugdzorg rapporten. Als jong schoolkind deed ik nog me best op school en haalde goede cijfers, dus cognitief ging het wel redelijk goed. Motorisch was ben ik ook normaal ontwikkeld. Ik had ook best wel veel schoolvrienden in het begin, maar waarschijnlijk door het vele verhuizen is dit verwaterd en had ik weinig vrienden op school. Vanaf groep 6-7 ging het steeds slechter en werd ik veelvuldig geschorst. Daarom moest ik ook naar de ZMOK-school. Daar ging het super slecht ik deed niks en werd gepest door oudere jongens ook begon ik me steeds meer in te laten met criminele activiteiten om bij de groep te horen. Dit is uiteindelijk gelukt, maar hierdoor ben ik mezelf een beetje kwijtgeraakt en belanden in veel vervelende situaties.
Hoe verliep/ verloopt je puberteit?
In mijn pubertijd zat ik veelvuldig vast en was ik een fulltime crimineel eigenlijk. Ik zat in een gang en wij pleegde allemaal criminele feiten om aan geld en status te komen. Met school was ik niet echt bezig en het interesseerden me ook niet. Ook had ik ruzie met mijn ouders dat ging niet goed. Mijn cognitieve vaardigheden waren redelijk goed voor mijn leeftijd, maar ik kreeg wel ontwikkelingsachterstanden op dit niveau denk aan Nederlands schrijven en redeneer en denkvermogen. Lichamelijk ontwikkelde ik uitstekend en was ook altijd een uitblinker in verschillende sporten. Sociaal-emotioneel en seksueel niveau ging het heel slecht ik had alleen maar verkeerde vrienden en totaal niet bezig met vriendinnen en vrouwen uit onzekerheid.
Beschrijf je karakter, temperament, persoonlijkheid, je sociale ontwikkeling;
Mijn karakter en persoonlijkheid op dit moment verschilt voor al in welke situatie ik zit. Op school ben ik de class clown net als vroeger. Met mijn vrienden ben ik de oude gangster boy en op werk ben ik eigenlijk mezelf. Een rustig en sociaal persoon met normale Nederlandse normen en waarden. Behandel mensen met respect. Ook ben ik nu een praktiserende Christian en probeer het leven van Jezus te leven. Dit gaat nog niet helemaal goed. Stap voor stap groei ik daar in.
Mijn temperament is best wel pittig. Dit komt deels door me buitenlandse bloed en mijn verleden. Ik word vrij snel agressief en kan snel iemand slaan. Alhoewel heb ik daar nu veel controle over heb zit deze agressie nog in mij en hou ik mezelf vaak in.
Mijn sociale ontwikkeling gaat slecht ik heb weinig echte vrienden, maar heel veel kennissen. Dit komt doordat ik een hechtingsproblematiek heb opgelopen in mijn jeugd.
Welke talenten bezit je?
Ik beschik voor mijn gevoel redelijk veel Talenten ben matig technisch ingesteld ik kan alles omtrent techniek afronden op een cijfer van 6 of 7. ik heb ook veel technische beroepen gehad. Maar mijn sterkte punten zijn vooral theoretisch leren als ik me daarvoor inzet en de zin/discipline voor heb. Ook ben ik heel sociaal en kan met bijna iedereen goed praten die open staat voor een leuk gesprek.
Welke groei wil je nog maken? Waar wil je beter in worden?
Ik wil vooral gedisciplineerder worden en serieuzer als volwassenen. Vaak gedrag ik me nog kinderachtig. Ik weet wel hoe ik me normaal moet gedragen maar doe het niet en ben onzeker hierin. Ook wil beter georganiseerd leven en beter met geld omgaan.
Waar ben je tevreden over? Trots op?! Waar kun je lachend op terug kijken?
Op dit moment ben ik nergens tevreden over. Ik heb gigantische stappen gemaakt in me leven, maar ik ben heel streng voor mezelf en ben alleen tevreden, als ik op het niveau functioneer wat ik zou hebben als ik een normaal leven had geleid net als de rest van de maatschappij. Dit is niet het geval geweest in mijn situatie.
|
Leervragen/portfolio |
|||
|
B1-K2-W1 Werkt aan de eigen deskundigheid |
De beroepskracht maatschappelijke zorg werkt aan haar eigen deskundigheid. Zij zorgt ervoor op de hoogte te blijven van maatschappelijke, technologische en vakinhoudelijke ontwikkelingen. Zij leest daarvoor vakliteratuur en volgt bijscholingen. Ze reflecteert op haar eigen functioneren, vraagt om feedback over haar eigen functioneren en geeft feedback aan anderen. Ze stelt samen met haar leidinggevende een persoonlijk ontwikkelplan op en onderneemt stappen om vakkennis, vaardigheden en beroepshouding te verbeteren. Zij zorgt ervoor dat ze op de hoogte is van actuele wet- en regelgeving m.b.t. de beroepsuitoefening en van de actuele visie op zorg en welzijn. Ze neemt deel aan inhoudelijke discussies met collega's en anderen over beroepstaken en werkzaamheden. Zo ontwikkelt zij zichzelf en levert zij een bijdrage aan de ontwikkeling van de beroepsuitoefening. Tevens draagt ze de beroeps- en organisatievisie uit naar anderen. |
De beroepskracht maatschappelijke zorg: - verkent actief mogelijkheden om kennis te vergaren, te delen en samen te ontwikkelen; - haalt doelgericht betekenis uit teksten met hoge informatiedichtheid: zowel mondeling als schriftelijk; - draagt eigen kennis en expertise begrijpelijk over; - gebruikt passend taal- en woordgebruik voor de gesprekspartner; - gebruikt feedback doelbewust om zich verder te ontwikkelen. |
1. Ik heb kennisgenomen van de protocollen procedures en wettelijke richtlijnen en volg deze op. In de eerste week op mijn stage moest ik verschillende werkmappen doornemen en protocollen doornemen. Dit heb ik ook gedaan en ik handel naar deze regelgeving en protocollen. Een voorbeeld van een van deze protocollen is het prik-protocoll. of het protocoll wat te doen bij brand. |
|
2. Ik weet wat mijn vakgebied inhoud Op het moment van schrijven weet ik gedeeltelijk wat mijn vakgebied is. We worden heel breed opgeleid dus ik weet nog niet van alles wat er precies van je verwacht wordt. ik loop nu stage in een daklozenopvang als begeleider. In dit vakgebied heb ik ervaring hoe om te gaan met daklozen, hoe daklozen te activeren en te begeleiden om hun zelfredzaamheid te verhogen. Ook lees ik verschillende artikelen over daklozen en probeer ik daarin zoveel mogelijk kennis te vergaren. |
|||
|
3. Ik verdiep mij in de route van signaleren naar melden en informeren( Mim , Mip melding incident medewerker, melding incident patiënt. Op mijn stage zijn we hier niet bekend mee en dit is tot nu toe nooit behandelt in de les. Wel weet ik de juiste weg te bewandelen, als ik iets moet melden omtrent een client of medewerker. Ik weet ook bij welke persoon ik dan zou moeten zijn!
|
|||
|
4. Ik verdiep mij in de werkwijze van collega’s m.b.t kwaliteitsverbetering. Ik probeer altijd met mijn collegas af te stemmen wat onze werkwijze is en wat voor type zorg wij uitstralen als organisatie. als ik verbeteringen wil aanbrengen gaat dit altijd in overleg met mijn stagebegeleider.
|
|||
|
5. Ík durf knelpunten aan te geven
|
|||
|
6. Ik ben op de hoogte van de ARBO en de daarbij behorende regels.
|
|||
|
7. Ik kan verbeterpunten overtuigend overbrengen.
|
|||
|
8.Ik zet eigen expertise in voor het verbeteren van de werkzaamheden |
|||
|
9.Ik breng mijn eigen kwaliteit m.b.t mijn werkzaamheden in kaart |
|||
|
10. Ik maak het bespreekbaar als collega’s niet werken volgens protocollen |
|
Werkproces |
leerdoelen |
Houding en vaardigheden |
Leervragen/portfolio |
|
B1-K1-W2 Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging |
De beroepskracht maatschappelijke zorg ondersteunt de cliënt bij het realiseren van doelen ten aanzien van de persoonlijke lichamelijke verzorging, toiletgang, mobiliteit en het slaap/waakritme. Ze zorgt er voor dat de cliënt zo veel mogelijk zelf de regie kan voeren en naastbetrokkenen zo veel mogelijk zelf kunnen doen en vult waar nodig aan. Ze sluit hierbij aan bij de eigen kracht, mogelijkheden en beleving van de cliënt en naastbetrokkenen. Ze ondersteunt het optimaal lichamelijk en geestelijk welbevinden van de cliënt door gebruik te maken van aangepaste materialen en ruimten. Ze werkt aan het onderling vertrouwen en biedt de cliënt de mogelijkheid om persoonlijke en/of intieme vraagstukken te bespreken. Ze toont voorbeeldgedrag en biedt de cliënt mogelijkheden om vaardigheden te leren. Ze is er alert op dat gedrag veroorzaakt kan worden door fysieke problemen of ongemakken. Zij observeert en signaleert veranderingen in gedrag en gezondheid, beredeneert vervolgens welke volgende stappen genomen moeten worden en onderneemt de benodigde stappen. Ze rapporteert bijzonderheden. |
De beroepskracht maatschappelijke zorg: - creëert adequaat mogelijkheden voor de cliënt om zich op het gebied van persoonlijke verzorging te ontwikkelen en doelen te bereiken; - toont begrip voor de mening en gevoelens van de cliënt ten aanzien van zijn uiterlijk en persoonlijke hygiëne; - gaat tijdens de persoonlijke verzorging discreet om met de privacy van de cliënt; - voert de benodigde handelingen snel en accuraat uit volgens ergonomische voorschriften. |
1. Wat is ondersteunen? En welke verschillende vormen van ondersteuning zijn er? Ondersteunen is iemand helpen, maar diegene zo zelfstandig mogelijk de taak te laten voldoen. Je sluit aan bij eigen de eigen kracht van de client de mogelijkheden eb beleving van Client. Je ondersteunt lichamelijk en geestelijk het welbevinden van de client door gebruik te maken van de juiste materialen.
|
|
2. Wat is persoonlijke lichamelijke verzorging? Lichamelijke persoonlijke verzorging betreft de verzorging van je lichaam. denk aan nagelsknippen,douche,scheren, je kapsel,je kledij.
|
|||
|
3. Hoe zorg je ervoor dat een cliënt zoveel mogelijk eigen regie behoud? Door de client zo zelfstandig mogelijk zijn taken te laten doen en in dat process ook verder te laten ontwikkelen om eventueel als er draagkracht voor is. de client uiteindelijk zelfstandig de taak kan uitvoeren. Begrip te tonen voor de persoonlijke wensen van de client. Indien nodig kun je de clientzelf activeren om met oplossingen te komen om hun verzorging te regelen.
|
|||
|
4. Hoe bouw je een vertrouwensband op? door naar de client te luisteren. afspraken nakomen. doen wat je zegt. en de client het gevoel geven dat jij in dienst van hem staat en er bent om hem te helpen op de manier dat hij het fijnst zou vinden. zo werkt het in onze organisatie ( de open hof ). In sommige organisaties gaat dit op een andere manier. Begrip tonen voor de mening en gevoelens van een client.
|
|||
|
5. Hoe signaleer/observeer en interpreteer je gedragingen in relatie tot fysieke ongemakken? Door te luisteren naar wat de client aangeeft en te vragen of deze fysieke ongemakken heeft. voor dat je iemand fysiek aanraakt lijkt het me ook belangrijk dat je overlegt met elkaar wat de wensen zijn van client en om toestemming vraagt of het is toegestaan of je bijvoorbeeld desbetreffende mag helpen met zijn of haar broek uitdoen. |
|||
|
6. Hoe leer je een cliënt (persoonlijke verzorging) vaardigheden aan? Eerst kijk je naar de mogelijkheden die een client heeft. Bijvoorbeeld iemand die verlamd is kan zichzelf niet uit of aankleden dus daar is geen draagkracht voor, maar als client wel voldoende mobiel is. Kun je het biijvoorbeeld een paar keer voordoen of samendoen . Neem een voorbeeld als tandenpoetsen dit kun je samen doen en kun je de client jou gedrag laten nabootsen.
|
|||
|
7. Wat is regie op eigen leven? Met betrekking tot eigen regie in je leven is het belangrijk dat je de client zelf laat beslissen over zijn leven. Wat client wil moet centraal staan. het betekent dus het vermogen om je eigen leven en noodzakelijke ondersteuning te kunnen regelen en het praktisch vermogen om voor je zelf te zorgen op lichhamelijk, sociaal en psychisch niveau. |
|||
|
8. Hoe – en wanneer gebruik je aangepaste materialen en ruimtes? Je gebruikt aangepaste materialen en ruimtes pas als client er voor in aanmerking komt of echt nodig heeft. Bijvoorbeeld iemand die in een rolstoel zit heeft een aangepaste toilet nodig om op en af van de tpilet te komen. Deze persoon heeft toegang tot deze ruimte en aangepaste middel.
|
|||
|
9. Hoe ga je om met intieme situaties? Je werkt altijd vanuit de wensen van client! en gaat op een respectvolle en proffesionele wijze hiermee om. 10. Hoe maak je een intieme situatie bespreekbaar? Door in gesprek te gaan met clienten en goed uit te leggen wat de bedoeling is hoe je het gaat aanpakken en wat cleint kan verwachten. |
|||
|
11. Hoe waarborg je de privacy van een client? Door je te houden aan de privacy regels binenn de zorg en de organisatie. Bijvoorbeeld wij hebben een beleid dat je alleen met medewerkers die betrokken zijn met client de zaken bespreekt en verder niemand binnen de organisatie.
|
|||
|
12. Hoe sluit je aan bij de mogelijkheden en de beleving van de cliënt? Door rekening te houden met inviduele behoefte van een client. En de beleving van een cleint centraal zetten en proberen deze op een positieve manier te beinvloeden. Je moet ook uitgaan van de eigen kracht van client en adequaat handelen. Zorg dat client wordt gevalideert geaccepteerd en gerespecteerd. |
|
. Hoe stel je een ondersteuningsvraag op (vanuit je observatie)? Je hebt verschillende manieren om een ondersteuningsvraag op te stellen vanuit observatie. Je hebt verschillende manieren van observeren. Niet participerend wel participerend of bijvoorbeeld contextuele observatie. Aan de hand van observeren op een bepaalde manier kun je achterkomen of bevestigen wat de ondersteuningsvraag is van een client.
|
|
2. Hoe observeer je en verwerk je de observatie in een plan? Je observeert een client op de wijze die je hebt gekozen, zoals bijvoorbeeld niet participerend observeren dan sta je vanaf een afstand de client te observeren en je bevindingen schrijf je op in je observatieplan of een notitiboekje. van tevoren maak je ook een plan hoe en wat je precies gaat observeren. |
|
3. Wat is een sociaal systeem? Wie hoort hierbij? En hoe breng je die in kaart? is een veelheid van individuen die met elkaar in interactie staan. waarbij ze zich onderscheiden van de omgeving |
|
4. Hoe scheid je hoofd- en bijzaken van de informatie vanuit je analyse? Door hoofdzaken te noteren in de analyse die je maakt. en bijzaken achterwege te laten of op een andere manier te noteren om er later wat mee te doen zo nodig. |
|
5. Hoe rapporteer je? Door een rapportage op te stellen. De meest belangrijke informatie stop je hierin. die van belang is om je collega's te helpen om te begrijpen wat er met client speelt op moment van schrijven/afspraak hebben. |
|
6. Met wie werk je samen? (verschillende disciplines) Collega's die client ook begeleiden, andere instanties overkoepelende instanties en familie en de rest van het sociale systeem. |
|
7. Hoe stem je af in het multidisciplinaire team? Door samen te werken en goed te overleggen met elkaar binnen het team die samenwerkt met client. |
Startverslag:
A in kaart brengen van de stage-instelling
Beschrijfstage instelling adresgegevens en gegevens van werkbegeleider:

Adres:
De Open Hof
Spilsluizen 5
9712 NR Groningen
Stagebegeleider: Lonneke van den brink
Werksoort:
Dagopvang voor dak/thuislozen en inkomensbeheer. In de ochtend ben ik een aanspreekpunt voor de dak en thuislozen om een gesprekje mee te kunnen voeren. Ook kunnen ze mij een hulpvraag eventueel stellen, zodat ze doorverwezen kunnen worden naar een instantie die ze daar in kan ondersteunen. Jantine van den Beukel verzorgd het inkomensbeheer van de bezoekers. Dit betekent dat zij als een soort van bewindvoerder werkt voor de cliënten. Lonneke van den brink is vrijwilliger coördinator zij beheert alles omtrent het laten werken van de vrijwilligers en dit alles in goede banen te laten leiden. Ook is zei stagebegeleider en centraal aanspreekpunt voor de cliënten en vrijwilligers. Gerhard ter Beek is de directeur en regelt alle financiële zaken en alle moeilijke vraagstukken, zoals nu tijdens de Corona periode regelt hij de zaken omtrent mondkapjes en ventilatie en andere zaken. Dan heb je nog de bestuursleden. Ik weet niet zo goed wat zij doen. Deze mensen zie ik nooit en hoor ik nooit iets over. Als ik het vraag aan collega’s beslissen zij over de visie en de richting dat het bedrijf inslaat. Ria Wilderman regelt de inkoop van de Open Hof. Het gaat hier voor al om dat er genoeg eten en andere voorraad artikelen aanwezig zijn.
Tijdens het schrijven van dit verslag is de taak van inkoop overgedragen naar mijzelf. Ik verzorg nu de inkoop van de voorraad voor het grootste gedeelte.
Grootte van de instelling:
15 medewerkers en een groot aantal vrijwilligers wisselt wekelijks.
Er is geen woongroep aanwezig. Ik loop stage bij een dagopvang voor dak/thuislozen. De Vrijwilligers zorgen voor de dagelijkse opvang. Deze organisatie kan ook blijven bestaan door vrijwilligers, zonder de vrijwilligers is het niet mogelijk om deze dagopvang open te houden op de manier hoe het nu gaat.
Personeel en functies:
Organisatieschema Vereniging Open Hof.
Kerken Groningen: ( Doopsgezinde kerk, Martinikerk en andere Groningse kerken )
Bestuur: Jaap de Jonge ( voorzitter) Jaap Stellingswerf ( penningmeester ) Dick Middel ( secretaris) Ruud Delissen
Directeur: Gerhard ter Beek
Vrijwilligers coördinator: Lonneke ten brink
Inkomensbeheer: Jantine van den Beukel
Secretarieel medewerkers: Klaas jan ter veen/ Merlijn Bolhuis / Maddy de Vries
Pastor: Annemarie van der Vegt
Inkoop: Ria Wilderman
Stagelopers: Joop Visser/ Jelle Labberton
Vrijwilligers ( 40 stuks op het moment van schrijven dit verandert wekelijks en om alle namen hier in te zetten is heel veel werk )
Doelstelling van de instelling:
Missie
Al sinds mensenheugenis zijn er mensen die niet volwaardig kunnen meedoen in de samenleving. In een samenleving die steeds rijker wordt, wordt het beeld van een tweedeling alleen maar schrijnender. In een samenleving die steeds ingewikkelder en onpersoonlijker wordt, valt het niet altijd mee om je staande te houden. Zeker als je weinig geld hebt, verslaafd bent, geen dak boven je hoofd hebt, als je geen vrienden of familie hebt op wie je kunt terugvallen, of als je gevlucht bent naar ons land. Dan is het goed dat er een plaats is waar je mensen kunt ontmoeten die voor jou openstaan, die jou steunen en jou inspireren om met anderen te delen en kracht te hervinden om verder te gaan. De Open Hof wil een dergelijke plaats zijn waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, inspireren en hoop geven.
Visie
In de contacten binnen de Open Hof, tussen bezoekers en medewerkers, vertaalt zich de missie in een visie die wordt gekenmerkt door wederkerigheid, gelijkwaardigheid en de inzet voor emancipatie. In de zorg vertaalt zich dit in het bieden van hulp en warmte, voedsel, kleding, financiële ondersteuning en een veilige plaats om even onder dak te zijn. Concreet betekent dit:
mensen opzoeken, via het straatpastoraat, waar zij verblijven
mensen in taal en houding bevestigen in hun waardigheid
mensen bijstaan in hun poging om regie over hun eigen leven te krijgen
een plaats willen zijn van rust en bezinning en gebed
een veilige huiskamer bieden
een aandachtige houding bieden, waarin de ander de agenda van het gesprek bepaalt
liturgie vieren, midden in de kwetsbaarheid van het bestaan
een open en gastvrije houding
de samenleving kritisch benaderen over bejegening en beleid ten opzichte van kwetsbare groepen
de diaconale opdracht van de kerken zichtbaar maken
2. welke afspraken gelden er op je stage?
Geen agressie binnen het gebouw dit wordt niet getolereerd. Behandel alle bezoekers met respect. van 10 tot 12 uur zijn bezoekers welkom om een broodje te komen eten en een bakje koffie te drinken. Ook kunnen ze een spelletje spelen of om hulp vragen bij aanwezige instanties. Dit zijn verkorte tijden vanwege Corona. . Geen drugsgebruik en/of alcoholgebruik dit is ten strengste verboden. Dealen, helen van verdovende middelen is niet toegestaan ( drugs, alcohol, methadon en of andere medicijnen ). De bezoekers moeten de aanwijzingen volgen van de vrijwilligers en medewerkers. Seksuele intimidatie, discriminatie of andere vormen van ongewenst gedrag wordt niet getolereerd. Houd rekening met de buren en omwonende. Bezoekers mogen tien minuten van aanvang op het terrein bevinden. Na vertrek dienen zij zo snel mogelijk de straat te verlaten. Bezoekers mogen tijdens de openingstijden maar een keer naar binnen. Dus niet naar binnen gaan dan weer naar buiten en dan weer naar binnen. De Open Hof neemt geen spullen in bewaring. Er zijn geen huisdieren in de Open Hof toegestaan. Meer dan een persoon op het toilet is niet toegestaan. Alle bezoekers moeten zich laten regristeren en moeten in het bezit zijn van een pasje. In geval van overtreding van deze regels wordt er gesanctioneerd. Denk aan een verbod om te komen voor een bepaalde periode van tijd.
3. Benoem volgens welke procedure stage de cliënten binnen de stage- instelling komen?
De cliënt krijgt een intakegesprek om de situatie van de client in kaart te brengen. Als blijkt dat de situatie overeenkomt met onze richtlijnen. Hier gaat het voor al om dat client dak/thuisloos is. Dan krijgt client een bezoekerspas en zijn ze welkom tijdens openingstijden. Ze krijgen vaak eerst een tijdelijke pas mee tot dat hun vaste pasje gemaakt is. Ook kunnen ze bij ons een inschrijfadres aanvragen om hun postzaken te regelen. Vaak hebben ze dit nodig om een uitkering aan te vragen of een ID-kaart aan te vragen. Dit gaat ook via een vaste procedure en samen met de sociale dienst en/of gemeente Groningen. Ook kunnen ze zich vrijwillig aanmelden voor inkomensbeheer ( bewind voering). Dit is geheel vrijwillig en wordt ondersteund door het GKB. Ze kunnen ook doorverwezen worden naar het GKB.
4. Benoem de bronnen die je hebt gebruikt om aan de informatie te komen:
De alweter ( informatie bestand stage ).
Medewerkerslijst de Open Hof.
Stagebegeleider: Lonneke van den Brink.
Organogram Open Hof
B in kaart brengen van de doelgroep

Een voorbeeld van een dakloze op straat. Een van de mensen binnen mijn doelgroep.
Beschrijf de doelgroep waarmee je werkt:
Leeftijd van 18 tot 75 hangt er vanaf hoe oud een persoon kan worden. Dit kunnen zwerfjongeren zijn maar ook ouderen die in een uitzichtloze situatie leven. Maar daar houd het niet op. Wij vangen ook ex gedetineerden op die vaak hun woning zijn kwijtgeraakt, omdat ze een langere periode vastzitten en daardoor geen inkomen hebben en/of een vaste woon of verblijfplaats.
Iedereen is welkom die dak en thuisloos is. Iemand die dakloos is heeft geen woning en/of geen vaste verblijfplaats en vaak ook geen inkomen. Iemand die thuisloos is heeft wel een woning en inkomen, maar valt buiten de maatschappij. Hij of zij heeft geen sociaal netwerk en vaak geen plek waar hij terecht kan om even een praatje te maken of iets te gaan ondernemen. Vaak zijn ze zelf ook dakloos geweest, Maar zijn ze uit deze situatie gekomen doormiddel van hulp van instanties, zoals stichting Terwille of leger des heils. Dit zijn instanties die zich vaak speciaal inzetten voor dak en thuislozen.
Een deel van onze doelgroep is thuisloos en heeft hulp met financiën nodig. Wij ondersteunen hun met inkomensbeheer. Daklozen die geen post adres hebben kunnen vaak bij ons ook een post adres krijgen. Je komt ook verschillende ziektebeelden tegen zoals autisme, reuma , psychose vorming, diabetes et cetera. Je kan bijna stellen dat onze doelgroep iedereen in de zorg is die dak of thuisloos is. Ook helpen wij mensen die dreigen dakloos te worden om hun situatie te verbeteren of ervoor te zorgen dat ze niet dakloos worden.
Ontwikkelingsfase:
Wij hebben diverse ontwikkelingsfases binnen onze doelgroep. Maar deze zijn in te delen in drie levensfases de adolescent, de volwassenen en de jongere ouderen. Deze levensfase/ ontwikkelingsfase kom je voor al tegen binnen de Open Hof. Wij werken niet met minderjarige en/of kinderen. De ontwikkelingen van deze mensen is ook heel divers wij hebben mensen die op lichamelijk vlak heel goed zijn ontwikkeld, maar ook mensen die op lichamelijk vlak niet goed zijn ontwikkeld. Dit hangt vaak af van welke psychische of emotionele problemen onze bezoekers hebben. Zoals ik in het verslag al eerder heb aangegeven zijn er heel veel verschillende mensen die met verschillende ziektebeelden binnen de Open Hof. Sommige zijn cognitief heel sterk en lijkt het alsof er niks met ze aan de hand is, maar sommige lopen daarin ver achteruit. Sociaal emotioneel lopen de meeste wel achter. Ze ontwikkelen sociaal emotioneel niet en hebben vaak ook weinig sociale contacten. Ze hebben vaak wantrouwen naar de buitenwereld en hebben moeite om vertrouwen in mensen te hebben. Dit is ook meer dan begrijpelijk als je kijkt wat sommige daklozen allemaal hebben meegemaakt in het leven en de pijn die ze ervaren door hoe mensen met ze om zijn gegaan. Ik denk dat elk mens in zulke situatie een bepaald wantrouwen zou opbouwen naar andere mensen. Op seksueel vlak is het heel divers hoe mensen zijn ontwikkeld binnen onze organisatie. Dit is ook moeilijk om in kaart te brengen omdat dit vaak toch een gevoelig onderwerp is.
Kenmerken (individueel en groep):

In groepsverband zijn de dakloze en thuisloze heel hecht met elkaar. Je ziet dat ze bijna allemaal vrienden van elkaar zijn en veel met elkaar optrekken. Ze helpen mekaar ook met veel dingen en gebruiken vaak alcohol en drugs samen. Ze lenen mekaar ook geld als het nodig is. En ondersteunen mekaar emotioneel als ze een slechte ervaring hebben meegemaakt. Vaak hebben ze geen netwerk buiten deze groep en zijn ze in de steek gelaten door familie en vrienden.
Op individueel vlak zijn ze vaak ook heel zelfstandig ze regelen alles zelf. Al is het wel te betwisten of dit op een goede manier gaat, want dit gaat meestal op hun eigen manier. En dat betekend vaak dat ze hun rekeningen niet betalen of niet op tijd betalen. Sommige van de dak/thuislozen zijn ook heel erg op zichzelf trekken altijd alleen op en zijn niet echt aanspreekbaar voor anderen. Dit komt vaak door ernstige psychische problemen en het feit dat ze niet goed kunnen communiceren met mensen en ze geen aanhangend verhaal kunnen vertellen dat te begrijpen is door iemand. Deze mensen zoeken ook geen hulp en willen vaak geen hulp ontvangen van instanties. Dit komt vaak door wantrouwen in de hulpverlening of omdat ze slechte ervaringen hebben met hulpverlening of niet in aanmerking komen voor hulpverlening. Denk aan mensen die illegaal in dit land verblijven of mensen die zo psychisch verward zijn die hierdoor waanideeën hebben over mensen. Verder zijn er nog veel uiteenlopende redenen dat dit soort situaties kunnen voorkomen.
Voorkomende ziektebeelden, aandoeningen en of bijkomende problematieken:
Op mijn stage heb je heel uiteenlopende ziektebeelden eigenlijk. Je hebt mensen met autisme, borderline, agressieproblemen en drugsverslavingen. Deze mensen worden vaak niet begeleid en ontvangen geen behandeling bij deze ziektebeelden. Dit willen ze vaak niet of staan hier niet voor open. Soms is het ook onbekend welke ziektebeelden cliënten hebben, want wij zijn geen instantie eigenlijk die mensen behandelen omtrent ziektebeelden. Wel verwijzen wij door naar andere instanties en komen instanties spreekuur houden tijdens bezoektijden wanneer de bezoekers welkom zijn om een bakje koffie te drinken en een broodje te eten.
Beschrijf een voorkomend ziektebeeld uit (uitleggen, toelichten) en benoem hiervan de specifieke hulpvraag en aanpak (begeleiding):
Het ziektebeeld wat ik toelicht is autisme.
Er wordt al jaren onderzoek gedaan naar autisme door wetenschappers en het is eigenlijk nog steeds onbekend wat autisme nou precies is. Hieronder zal ik zo goed mogelijk proberen toe te lichten wat er wordt verstaan onder autisme. Vaak wordt de diagnose autisme vastgesteld door bepaalde gedragskenmerken.
Ondanks dat het onduidelijk is wat autisme precies is. Is er ook wel veel bekend over de problemen waar deze mensen tegenaan lopen en over hun sterke eigenschappen. Voor al op sociaal gebied ervaren mensen met autisme problemen.
Hun sociale intuïtie lijkt minder goed of anders te zijn ontwikkeld.
Autisme zorgt ervoor dat je hersenen informatie op een andere manier verwerken dan andere mensen.
Wanneer je wordt geboren met een Autisme Spectrum Stoornis, verwerken je hersenen alles wat je ziet, hoort, voelt en ruikt op een andere manier. Dat komt omdat verschillende delen van je hersenen minder goed met elkaar samenwerken. Voor iemand met autisme bestaat de wereld hierdoor uit allemaal losse deeltjes.
Ook hebben ze vaak te maken sensorische over of onder gevoeligheid.
Autisme heeft vaak invloed op alle levensterreinen en levensfase. Hoeveel effect dit heeft is voor al individueel ingesteld en hangt vaak ook af in welke levensfase ze zitten. Voor al tijdens overgangsfase hebben mensen met autisme een grote kans om vast te lopen in hun gedrag en ontwikkeling. Het is hierbij belangrijk dat zij de juiste begeleiding ontvangen. Denk bijvoorbeeld aan de overgang van basis naar voortgezet onderwijs en van stage naar werk.
Mensen met autisme hebben vaak ook punten waar ze juist sterk in zijn. Zoals oog voor detail, analytisch denken, eerlijkheid en loyaliteit. Volgens de DSM criteria voor autisme zijn onder meer: problemen op het gebied van sociale interactie en communicatie. Beperkte repetitieve gedragspatronen en over of onder gevoeligheid voor zintuigelijke prikkels.
70 % van mensen met autisme heeft op bepaalde momenten in hun leven last van stemmingsstoornissen en/of last van depressies. Ook kunnen ze last hebben van een angst en/of dwangstoornis en nog verschillende andere psychische klachten.
Beschrijf de dagindeling:
Van 9 tot 12 vang ik en de rest van het team daklozen op. Ze kunnen een bakje koffie drinken en een broodje eten en ook fruit en soep. Dit maken wij allemaal voor ze klaar. Om 12 uur moeten ze helaas weer de straat op en beginnen wij met het pand schoon te maken. Na het schoonmaken doen we een overdracht voor de avond dienst of voor de volgende dag. Dan gaan we lunchen om 13:00. Om 14:30 tot 17:00 zijn we vaak bezig met administratieve taken omtrent de bezoekers en hebben we vaak intake gesprekken voor een post adres of bezoekerspas. In de middag bedienen we ook de telefoon en wordt het inkomensbeheer geregeld.
Wat zijn de taken/verantwoordelijkheden binnen het team?
Iedereen heeft verschillende taken en verantwoordelijkheden binnen het team. Ik ga dit niet nog een keer specificeren, want deze vraag heb ik al beantwoord in kopje A werksoort. hier wordt uitgelegd wat iedereen doet en wat zij betekenen binnen dit bedrijf. Om toch nog kort hier op in te gaan. Met zijn allen zorgen wij voor de reilen en zeilen binnen De Open Hof. Dat alles soepel verloopt voor de bezoekers en dat alle taken worden geregeld binnen de organisatie.
Interview een collega over zijn haar werk of taken:
( Ik heb de keuze gemaakt voor Jantine van het inkomensbeheer)
Wat doe jij op woensdagen als je hier aanwezig bent ?
Ik regel dan in de ochtend de financiële zaken van het bedrijf. Zoals kosten die gemaakt zijn, Budgetten voor activiteiten vrijmaken en het geld beheren en verantwoorden die we van de kerken en gemeentes krijgen.
In de middag heb ik dan inloopspreekuur met cliënten van 1 tot 3 komen cliënten hun geld ophalen en hebben we vaak overleg over welke rekeningen er betaald moeten worden. En hoe ze er financieel voorstaan.
Zijn er nog andere taken waar je je mee bezig houd ?
Ik verzorg ook de aanvragen van briefadressen die moeten worden toegekend door de gemeente.
Hoe lang werk je al binnen deze organisatie?
Ik ben ongeveer een jaar nu werkzaam binnen deze organisatie.
Doe je dit vrijwillig of ben je ook echt een beroepskracht ?
Ik ben een beroepskracht binnen het bedrijf.
Vaardigheden en kennis die je nodig hebt om zorg te verlenen.
Op dit moment worden er nog weinig vaardigheden en kennis van mij verwacht. Ik zit net pas op de opleiding en ben ook net pas begonnen op deze stage. Vaardigheden die ik nu wel al bezit is goede gespreksvaardigheden hebben en een luisterend oor bieden, maar ook goed luisteren of cliënten een hulpvraag hebben en hierop inspelen. Je moet ook administratieve kwaliteiten bezitten en verantwoordelijkheid kunnen dragen en zelfstandig kunnen werken.
Wat zijn jouw taken en verantwoordelijkheden binnen het bedrijf.
In de ochtend ben ik aanspreekpunt voor de vrijwilligers. Ik heb dan ook de verantwoordelijkheid dat er aan de regels wordt gehouden en dat alles een beetje goed verloopt. Verder ben ik verantwoordelijk voor intake gesprekken voor nieuwe bezoekers en intakegesprekken voor post adressen ( gedeeltelijk dit doen we samen ). Ook het netjes houden van het pand is een van mijn taken en de voorraad bijhouden. De telefoon opnemen is ook een van mijn taken.
Benoem de bronnen die je hebt gebruikt:
Autisme.nl
Het boek professioneel werken voor MZ
Stagebegeleider
C. In kaart brengen van jou leerproces
2. Bespreek de feedback formulieren op overeenkomsten.
Ik ben nieuw op deze stage dus heel veel staat nog op onvoldoende, omdat ik of de kans nog niet gehad hebt om te laten zien of ik deze kwaliteit nog niet beheers. Dit was best wel bijzonder maar we hadden in bijna alles wel dezelfde mening. Er waren niet veel punten waar ik iets anders had ingevuld dan mijn stagebegeleider. Het enige echt opvallende was dat bij invoelend en sociaal handelen ik overal een voldoende op heb gekregen en ik nog wel vond dat ik daarin het een en ander te leren had.
Leerdoelen smart. Doel 1: beter communiceren met ziekte en privé leven. Specifiek : het is een specifiek doek verbeteren van de communicatie. Acceptabel: het is haalbaar om dit te behalen als. Realistisch: het is een realistische doel de middelen zijn aanwezig ook kan ik altijd tips vragen hoe ik het beste hierin communiceer. Tijdsgebonden: Niet echt ik heb geen specifieke tijd aan deze doel geknoopt het gaat mij er gewoon om dat ik zo snel mogelijk beter communiceer op stage en hierin b;lijf ontwikkelen.
Leerdoel 2 Smart Professioneler handelen naar de cliënten: Specifiek: het is een specifiek doel om professioneler te handelen met de cliënten. Meetbaar: Dit is best goed meetbaar aan de hand van hoe bezoekers met je omgaan en of je ze goed begeleid. Acceptabel: Dit is een acceptabele doel want dit wordt sowieso van je verwacht in je werk. Realistisch: Dit is een realistisch doel, want ik moet dat kunnen en er zijn genoeg handvaten en draagvlak om dit te leren. Tijdsgebonden: Het is niet perse aan en vaste tijdgebonden want je kan altijd hierin leren te verbeteren. Dit zal dan ook je hele carrière door blijven gaan denk ik.
3. Schrijf een reflectie verslag
Reflectie omtrent stage:
Je bent nog teveel mattie mattie met bezoekers je moet meer een medewerker rol aannemen.
Op tijd afspraken aangeven als je er niet kan zijn. En op tijd komen !
Meer leiding geven aan de groep vrijwilligers
Tijdens de bespreking van de feedbackformulieren zijn er eigenlijk maar een paar punten naar voren gekomen. Voor al omdat tijdens het invullen van deze formulieren zat ik net anderhalve maand op deze stage dus heb ik nog niet veel kunnen laten zien. Er zijn eigenlijk 3 punten naar voren gekomen die echt opvielen. Een punt hiervan is dat ik veel te vriendelijk met bezoekers omging. Dit was ook te herleiden aan hoe sommige bezoekers met me omgingen en het leek alsof ze de regels konden overtreden bij mij, maar ook dat ze me heel graag mochten en eigenlijk behandelden als een van hun. Dit is niet de bedoeling als begeleider denk ik. En ik vind het ook belangrijk dat ik hier aan werk. Ik heb al verschillende acties ondernomen om dit te veranderen, zoals beter opletten dat mensen zich aan de regels houden en mensen hier op aanspreken als ze dit niet doen. Dat liet ik in het verleden nog wel eens achterwege, omdat ik diegene erg mocht.
Op tijd afspraken aangeven als ik er niet kan zijn en op tijd komen. Ondertussen zijn hierin verschillende stappen gemaakt. Voor al het op tijd komen gaat nu wel goed dit had vaak ook te maken met dat ik op zondag avond bijbel studie heb en soms pas om 1 uur 2 uur in de nacht thuis kwam. Ik kom nu vaak wat eerder thuis en ben gewend geraakt aan het laat thuis komen en weer vroeg opstaan. Het op tijd aangeven van afspraken is ook belangrijk, omdat we toch afhankelijk zijn van elkaar en als er 1 of 2 mensen niet komen dan kunnen wij eigenlijk niet goed voor de bezoekers zorgen. In het verleden had ik dan wel eens afspraken en gaf ik het pas een dag van tevoren aan dat ik een afspraak had op die dag. En zocht ik geen vervanger die voor mij in de plaats een dienst kon draaien. Dit gaat op het moment beter, maar ik heb verder ook geen afspraken gehad waar ik aanwezig moest zijn tijdens mijn stage.
Meer leiding geven aan de groep vrijwilligers. Dit is nog een grote leerpunt van mij. Omdat ik een persoon ben die houd van gezelligheid en moeite mee heb om mensen aan te spreken, als dit niet specifiek mijn rol is of dat ik deze functie draag, zoals bijvoorbeeld een leidinggevende. Ik zie mezelf toch vaak op hetzelfde niveau als een vrijwilliger en dit is eigenlijk niet helemaal zo. In de aankomende tijd besteed ik hier extra aandacht aan. En hoop ik hierin snel te ontwikkelen, want ik weet wel hoe het moet alleen het daadwerkelijk uitvoeren hiervan is vaak toch iets lastiger, omdat ik het ook belangrijk vind dat ik goed in de groep zit.
Afspraken die ik gemaakt heb:
Ik kom op tijd. Laat op tijd weten als ik een afspraak heb. En ik probeer beter te communiceren als er wat in mijn prive leven aan de hand is wat effect kan hebben op mijn gedrag op stage. Verder hebben we niet echt afspraken gemaakt omtrent feedback.
Feedback formulieren.




Hoe kan ik een activiteit opzetten, coördineren en uitvoeren?
Om een activiteit uit te voeren moet je eerst een overzicht hebben van wat de activiteit is en wat daar voor nodig is om alles in goede banen te leiden. Om deze vraag zo goed mogelijk te beantwoorden, zal ik een voorbeeld gebruiken van een activiteit op mijn stage. Samen met een oud stagiaire heb ik een bioscoop avond georganiseerd. Wij hebben eerst een plan van aanpak bedacht. Daarin werd er gekeken naar wat hadden we nodig, wie verzamelt of koopt welke spullen voor de bioscoop avond, wanneer is deze avond en hoe lang is deze avond. Na het idee volledig te hebben uitgewerkt en alle benodigdheden op een rij te hebben gezet. Hebben we een plan van aanpak gemaakt wie doet wat op de avond zelf. We hebben de taken verdeelt en gekeken hoe we het beste te werk konden gaan. Taken die hieruit voortkwamen waren wie zet het de beamer op, wie maakt de hapjes klaar en wie blijft in de ruimte waar de film wordt afgespeeld, voor als er vragen of andere bijzonderheden waren omtrent de bezoekers. Na dit allemaal te hebben besproken en genoteerd in het plan van aanpak. Zijn we voorbereiden taken gaan uitvoeren die we hadden verdeelt in het plan van aanpak. Denk aan hapjes halen, de juiste apparatuur regelen om een film op de beamer af te spelen en de bezoekers laten weten wanneer de filmavond was. Na alles te hebben voorbereid begon het uitvoeren van de bioscoop avond zelf. Dit hadden we ook uitgewerkt in het plan van aanpak, zodat we op de dag zelf wisten wat en wanneer iets moest gebeuren.
Hoe stem ik af met collega’s over de inhoudelijke en praktische coördinatie?
Hiervoor kun je verschillende overlegvormen gebruiken. Verschillende overlegvormen die er zijn, zijn clientbespreking, teambespreking, afdelingsoverleg, managementoverleg, commissievergadering, ondernemersraadvergadering, multidisciplinair overleg en cliëntenraad. Binnen onze organisatie doen we dit voor al in de dag bespreking of het breed team overleg ( team bespreking in het boek). Een teambespreking is een overleg over praktische zaken binnen het werk waarvoor je afhankelijk bent van andere collega’s. Onderwerpen kunnen zijn samenwerking, het realiseren van de doelstelling en de afstemming van werkzaamheden.
Hoe signaleer ik knelpunten in de zorg en maak ik deze bespreekbaar?
Door cliënten te observeren en bekijken of er veranderingen zijn, zo ja vragen hoe dat komt en wat wij kunnen doen als begeleiding. Je maakt dit bespreekbaar met client door erover in gesprek te gaan met hem en te kijken naar de mogelijkheden. Ook kun je in overleg met je collega’s de knelpunten aangeven en samen er naar kijken hoe je deze knelpunten oplost.
Hoe werk ik samen met andere disciplines binnen mijn instellingen en met betrokken instanties daarbuiten?
Ik persoonlijk werk samen met collega’s door continu in gesprek te zijn met elkaar over bepaalde cliënten. Hierdoor verzamel ik zoveel mogelijk informatie die bekend is over de client en desbetreffende situatie. Ik stel ook vragen over wat zij vinden van de situatie en hoe deze eventueel op een zo goed mogelijke manier kan worden opgelost. Vanuit deze gesprekken zet ik alle informatie en ideeën op een rijtje en handel ik of mijn collega, naar wat wij de beste handeling vinden. Hetzelfde doe ik met betrokken instanties. Het is belangrijk om zoveel mogelijk informatie te delen met elkaar en vanuit daaruit samen oplossingen te bedenken. En op elkaar af te stemmen wie doet wat en wanneer. En is verschillende overlegvormen werken we ook samen, zoals eerder beschreven dag overleg en breed team overleg en hulpverleningsoverleg.
Hoe pas ik mijn aanpak aan als de inhoudelijke zorg hier om vraagt?
Door de geplande aanpak bij te stellen. Soms kun je door bijvoorbeeld omstandigheden niet de zorg leveren als gepland. Je kunt dan een nieuwe aanpak maken, zodat je toch zorg kunt verlenen. Door bijvoorbeeld een inschattingsfout te maken en te verwachten dat iemand iets op eigen kracht kan doen en daar eigen regie over kan voeren wat later blijkt niet zo te zijn. Kun je het plan aanpassen door meer ondersteuning te bieden aan de client ook al leek dat in eerste instantie niet nodig. Zo speel je in op de behoefte en eventuele wensen van de client.
Hoe los ik problemen die ik tegen kom in de coördinatie van de zorg op?
Door de problemen in kaart te brengen en te overleggen met de coördinerende partijen. Als er bijvoorbeeld dingen niet goed lopen in het begeleiden van de client. Kun je dit in een clientbespreking aangeven en kijken hoe je het beter kunt aanpakken. In een clientbespreking bespreek je ook de voortgang van de geleverde zorg en andere bijzonderheden.
Je kunt dit ook in een multidisciplinair overleg bespreken als je samenwerkt met andere organisaties omtrent het begeleiden van een client. In een multidisciplinair overleg bespreek je verschillende disciplines uit de eigen of externe organisaties omtrent de ondersteuning van een client.