Wet BIG
In 1995 is de Wet BIG ingevoerd, BIG staat voor Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg. Deze wet richt zich met name op de indidviduele gezondheidszorg. Hiermee wordt bedoeld: 'het beoordelen, bevorderen, bewaken, beschermen of herstellen van de gezondheidszorg van 1 indidvidueel persoon'. Het gaat hierbij om geneeskundige handelingen, maar ook om de handelingen die door verpleegkundigen of verzorgenden uitgevoerd worden. De wet heeft als belangrijkste doel het bevorderen en bewaken van de kwaliteit van de beroepsuitoefening en bescherming van de zorgvrager tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen van zorgproffesionals.
De wet wijst onder andere 14 beroepsmatige zorghandelingen aan die uitsluitend door bepaalde zorgprofessionals mogen worden uitgevoerd. Deze handelingen worden ook wel 'voorbehouden handelingen' genoemd. Hieroder volgen de 14 zorghandelingen:
Titelbescherming
Een andere manier waarop de Wet BIG de kwaliteit van de zorgverlening bevordert, is door bepaalde beroepen wettelijk te beschermen. Dit betekend dat iemand zich pas verpleegkundige, apotheker of arts mag noemen als hij voldoet aan de opleidingseisen. Dit noemen we titelbescherming door opleiding.
Herregistratie
Voor een aantal beroepen zoals dat van verloskundige, verpleegkundige en fysiotherapeut, geldt dat zij zich moeten herregistreren. Elke vijf jaar moeten deze zorgprofessionals bewijzen dat ze voldoen aan de eisen om geregistreed te blijven. Zo zijn er scholings- en werkervaringseisen geformuleerd waaraan de professional moet voldoen. Werkervaring houdt in dat de persoon 2080 uur in vijf jaar gewerkt heeft binnen het deskundigheidsgebied waarvoor herregistratie gewenst is. Dat wil dus zeggen dat je per week minimaal 8 uur werkzaam moet zijn binnen je deskundigheidsgebied. Sinds 2009 is herregistratie verplicht.
Tuchtrecht
Binnen de Wet BIG is ook het tuchtrecht geregeld. Dat wil zeggen dat een cliënt een klacht kan indienen bij de tuchtrechter als hij vindt dat een professional een fout heeft gemaakt of is tekort geschoten in zijn handelingen. De tuchtrechter buigt zich dan over de vraag of de zorgprofessional inderdaad beroepsmatig tekort is geschoten. Als dit het geval is kan de tuchtrechter besluiten tot een maatregel. Afhankelijk van de aard van de overtreding kunnen de volgende maatregelen getroffen worden:
Bij deze maatregelen mag de werknemer zijn werk nog uitoefenen.
Bij de volgende maatregelen mag dit niet: