3.2. Paniekstoornis

Inleiding

Zoals beschreven is ieder mens wel eens angstig. Angst geeft een mens een waarschuwing op naderend (reëel) gevaar. Soms zijn mensen bang als een geen gevaar dreigt. Naast deze angst hebben mensen last van lichamelijke verschijnselen die bij angst horen. Zoals hartkloppingen, transpireren en tremoren. Soms krijgen mensen hier duizeligheid en een veel te snelle ademhaling bij. Het kan dan lijken alsof mensen een erntige lichamelijke ziekte hebben zoals een hartaanval. Als angstklachten zo hevig zijn noemen we dit ook wel een paniekaanval. als mensen regelmatig een paniekaanval hebben, dan is er sprake van een paniekstoornis.

Mensen met een paniekstoornis proberen situaties te voorkomen waarin ze mogelijk een paniekaanval krijgen. Vaak bevinden deze situaties zich op drukke plaatsen zoals een supermarkt of een winkelcentrum. Dit vermijden wordt ook wel agorafobie genoemd (agora betekent in het Grieks marktplaats).

Oorzaak

Een paniekstoornis begint meestal tussen het 20e en 40e levensjaar. Vaak is er geen duidelijke aanleiding voor een paniekstoornis. Men denkt dat een paniekstoornis ontstaat door een combinatie van oorzaken als erfelijkheid, opvoeding en hormonen. Een paniekstoornis komt driemaal zovaak voor bij vrouwen als bij mannen. Ongeveer 4% van de wereldbevolking heeft een paniekstoornis.

Erfelijkheid; Kinderen van een ouder met een paniekstoornis hebben meer kans dat ze zelf ook een paniekstoornis krijgen. Ze erven de aanleg voor een paniekstoornis van hun ouders.

Ingrijpende gebeurtenissen meemaken: omgevingsoorzaken; Bij sommige mensen treedt de eerste paniekaanval op na een ingrijpende gebeurtenis of na stress, bijvoorbeeld een lichamelijke ziekte, een bevalling, een verhuizing, stress op het werk, of het verlies van een dierbaar persoon. In combinatie met een erfelijke gevoeligheid kan dit leiden tot het ontstaan van een paniekstoornis.

Opgroeien in een angstige omgeving; Er is lange tijd gedacht dat de opvoeding een belangrijke oorzaak kon zijn. Dat staat echter helemaal niet vast. Er is wel de veronderstelling dat mensen die in een angstige omgeving opgroeien later een grotere kans hebben om een paniekstoornis te krijgen.

Hormonen; Bij vrouwen komt de paniekstoornis drie keer zo vaak voor als bij mannen. Vrouwelijke hormonen hebben invloed op een paniekstoornis, al weten we niet precies hoe het werkt. De klachten van een paniekstoornis worden vaak minder tijdens een zwangerschap en nemen weer toe na een bevalling. Na de menopauze worden de klachten ook weer minder. Een behandeling met vrouwelijke hormonen helpt echter niet.

Drugs, alcohol en drankjes met cafeïne erin maken de klachten erger; Drankjes met cafeïne erin, zoals koffie, thee en cola, kunnen angsten uitlokken of erger maken. Dat geldt ook voor drugs, ook softdrugs zoals hasj en alcohol. Vaak gebruiken mensen dit soort middelen in de hoop dat ze zich minder angstig en gespannen voelen. Een bekend voorbeeld is het “slaapmutsje”, een glaasje alcohol dat je voor het slapen gaan drinkt om beter in slaap te vallen. Het effect is echter het tegenovergestelde. Sommige patiënten ontwikkelen hierdoor zelfs een alcoholverslaving.

Symptomen

Mensen met een paniekstoornis hebben regelmatig paniekaanvallen. Tijdens deze aanvallen hebben ze gevoelens van angst of extreme spanning en/of een gevoel van een naderend onheil.

De symptomen van een paniekaanval zijn onder andere:

Diagnose

De diagnose paniekstoonis wordt in de DSM omschreven: Recidiverende onverwachte paniekaanvallen. Een paniekaanval is een plotselinge golf van intense angst of intens onbehagen die binnen enkele minuten een piek bereikt en die gepaard gaat met vier (of meer) van de volgende symptomen:

 

Agorafobie bestaat volgens de DSM uit het volgende criterium:

Duidelijke angst voor twee (of meer) van de volgende situaties:  Gebruikmaken van (openbaar) vervoer; in open ruimte bevinden; in afgesloten ruimte bevinden; in de rij of menigte staan; alleen buitenshuis zijn.

 

Behandeling en begeleiding

Bij een paniekstoornis zijn er diverse vormen van behandeling mogelijk. Meestal is een van de vormen voor mensen afdoende. Een combinatie van de verschillende vormen is ook mogelijk en wordt vaak ingezet als er sprake is van agorafobie.

De diverse behandelmethoden bij een paniekstoornis zijn Cognitieve gedragstherapie (CGT). Waaronder exposure in vivo een belangrijk onderdeel is. Met ondersteuning van de therapeut zoekt de patient situaties op waar hij/zij bang voor is. Patienten stellen zichzelf hiermee bloot aan angstaanjagende situaties. Dit wordt geleidelijk opgebouwd. Van makkelijk naar steeds moeilijkere situaties.

Daarnaast is medicamenteuze behandeling een goede behandeling voor patienten met een paniekstoornis.

In hoofdstuk 8 van deze Wikiwijs ga ik dieper in op de verschillende behandelvormen.

In onderstaande video wordt uitleg gegeven waaruit de behandeling van een angstoornis kan bestaan.

Videofragment 2 Behandeling van een angststoornis (Bron: www.psyQ.nl) https://youtu.be/LphKz0bO9Vw