De tangens, oftewel TOA.
Als je in een hoek staat die je wilt berekenen, dan kijk je eerst naar de zijden waar je informatie van hebt. We hebben exact 2 rechthoekzijden. Deze zijden zijn ‘geplakt’ aan de 90º hoek (zie hoek A). We noemen deze twee rechthoekszijden, ookwel de aanliggende of de overstaande zijde. Als je dus de twee zijden weet kan je met behulp van de tangens de hoek bereken. In driehoek ABC is zijde AB de aanliggende rechthoekzijde van hoek B. Zijde AC is de overstaande rechthoekzijde van hoek B. Zijde BC is de langste zijde, dit is ook de schuine zijde.
Letten jullie op dat de tangens ook als hellingshoek of zonnehoek kan worden gezien.
Hoek berekenen
In driehoek ABC zijn de maten van de zijden aangegeven (zie afbeelding 2). Je ziet een vraagteken bij hoek B, deze gaan we dus uitrekenen. In hoek B is de overstaande zijde AC en de aanliggende AB. De Overstaande rechthoekzijde en Aanliggende rechthoekzijde komen voor in TOA en dus daarom gebruiken we tangens.
Deze hoek reken je met de rekenmachine uit!
Dat ziet er als volgt uit:
Op je rekenmachine staat
We ronden dit af op één decimaal dus º
Zijde berekenen
In hoek KLM moeten we de zijde KL berekenen. Dus we vullen in wat we weten.
Als je de onderkant weet ga je vermenigvudligen met elkaar. Denk aan het denkwolkje.
Hier ronden we ook af op één decimaal dus zijde LM is ongeveer 5,1