Present simple

De present simple wordt gebruikt voor handelingen die een gewoonte zijn of regelmatig gebeuren. Veel gebruikte bijwoorden zijn die, die een regelmatigheid aangeven bijv.: always, never, often, rarely, sometimes, usually.

De werkwoorden to be, to have, to like en to think staan meestal in de present simple

Bij I, you, we, they gebruik je het hele werkwoord

Bij he, she en it gebruik je het hele werkwoord +(e)s

 

Voorbeeld: I often help guests in our hotel.

                  She doesn't like football.

                  He always brings a book.  

                  You look as beautiful as usual.

 

Ga nu aan de slag met de opdracht present simple.