1.4 Omtrek en oppervlakte cirkel

De omtrek van een cirkel staat afgebeeld in dit plaatje.
Maar hoe bereken je de omtrek van een cirkel?
Als je de diameter van de cirkel als meetlint gebruikt, dan past de diameter iets meer dan 3x op de rand van de cirkel. Om precies te zijn 3,14. Omdat dit getal bij iedere cirkel hetzelfde is, hebben we dit getal een naam gegeven namelijk "Pi".
Pi geven we aan met dit teken . Dus 3,14 = Pi =

Omtrek cirkel = x diameter

Zoek op je rekenmachine en druk daarna op . Controleer of je hetzelfde ziet
Maak de volgende twee vragen.

Om de oppervlakte van een cirkel te bereken, gebruiken we de straal.
De straal is de helft van de diameter. In het volgende plaatje zie je dat de oppervlakte van het blauwe vierkant berekend wordt met straal x straal oftewel straal2

De oppervlakte van het blauwe vierkant (2 x 2 = 4 cm2) past ruim 3 x in de cirkel.
Om precies te zijn 3,14 en dat is hetzelfde als !
Dus de oppervlakte van een cirkel luidt: x straal x straal oftewel x straal2

Bekijk het voorbeeld hieronder en ga aan de slag met de vragen.