Wat kan ik straks?
|
---|
► Een ander woord voor gedaanteverwisseling benoemen. |
► In eigen woorden uitleggen wat gedaanteverwisseling is. |
► De vier stadia van de levenscyclus van de vlinder opnoemen. |
Bij dieren vindt groei en ontwikkeling plaats, net als bij mensen. In afbeelding 17 zie je een volwassen pinguïn en een jong. De volwassen vogel is groter en zwaarder dan het jong. De volwassen vogel ziet er ook anders uit. Hij heeft andere veren dan het jong. Toch lijkt het jong op de volwassen vogel. Het jong eet ook hetzelfde voedsel.
Bij sommige diergroepen lijken de jongen helemaal niet op de volwassen dieren. Voorbeelden daarvan zijn kikkers en vlinders. Bij deze dieren noemen we de jongen larven. Voor ze volwassen worden, ondergaan de larven een gedaanteverwisseling of metamorfose. Hierbij verandert niet alleen de lichaamsbouw, maar ook de levenswijze van de dieren.
In afbeelding 18 zie je een voorbeeld van gedaanteverwisseling. Uit het ei komt een larve. De larve van een vlinder heet een rups. De rups wordt een pop. In de pop vindt de gedaanteverwisseling plaats: de rups ontwikkelt zich in de pop tot een volwassen vlinder. Je ziet dat de rups er heel anders uitziet dan de volwassen vlinder. Een rups eet ander voedsel en beweegt zich op een andere manier voort dan de volwassen vlinder. In het leven van een vlinder zijn vier stadia te onderscheiden. Deze vier stadia vormen de levenscyclus van een vlinder.
PowerPointpresentatie Basisstof 7 Gedaanteverwisseling
Wat kan ik straks?
|
---|
► De verschillende stadia van de levenscyclus van de bruine kikker benoemen. |
► Minimaal 3 lichamelijke veranderingen tijdens de metamorfose van de kikker benoemen. |
► Minimaal 3 veranderingen in de levenswijze van de kikker benoemen. |
In extra basisstof 7 heb je geleerd wat gedaanteverwisseling is. Bij kikkers komt gedaanteverwisseling voor. We nemen de bruine kikker als voorbeeld. In het leven van een bruine kikker zijn verschillende stadia te onderscheiden. In afbeelding 19 is de levenscyclus van een bruine kikker getekend.
Bruine kikkers paren vroeg in het voorjaar. De eieren kun je in sloten aantreffen als kikkerdril. Eén vrouwtjeskikker legt één kluit kikkerdril. Zo'n kluit kan wel uit drieduizend eieren bestaan. Elk ei zit in een geleiachtig omhulsel. In het omhulsel ontwikkelt het ei zich tot een kleine larve.
Op een bepaald moment kruipt de larve uit het omhulsel. We noemen de uitgekomen larve dan kikkervisje (dikkopje). Een kikkervisje is ongeveer 6 mm lang. Opzij van de kop zitten vertakte aanhangsels, de uitwendige kieuwen. Met deze kieuwen neemt een kikkervisje zuurstof op uit het water. Ook met de huid (van de staart) neemt een kikkervisje zuurstof uit het water op. Een kikkervisje eet vooral algen.
Na ongeveer drie weken is een kikkervisje 10-13 mm lang. De staart is flink gegroeid. De uitwendige kieuwen verdwijnen en worden vervangen door inwendige kieuwen. Er zijn al twee kleine achterpootjes te zien.
Na acht tot negen weken is een kikkervisje ongeveer 35 mm lang. Langzaam beginnen de voorpoten zich te ontwikkelen. De staart begint korter te worden.
Na twaalf tot dertien weken ziet het diertje er al uit als een kikker. Het kikkertje is dan nog maar 15 mm lang. De bek is veel groter geworden. Het kikkertje gaat insecten eten. Ook hebben zich ondertussen longen ontwikkeld. Daardoor kan de kikker nu ook op het land leven. Met de longen en met de huid neemt een kikker zuurstof op uit de lucht.
PowerPointpresentatie Basisstof 8 De levenscyclus van de bruine kikker