Wat kan ik straks?
|
---|
► In eigen woorden uitleggen wat het verschil is tussen een natuurgetrouwe- en een schematische tekening door minimaal 2 kenmerken te benoemen. |
► Het verschil tussen buitenaanzicht, lengtedoorsnede en dwarsdoorsnede uitleggen door minimaal 3 kenmerken te benoemen. |
► De tekenregels opnoemen. |
In de biologie proberen we organismen zo nauwkeurig mogelijk te bekijken. De beste manier om een organisme goed te bekijken, is het organisme na te tekenen. Als je een organisme natekent, kijk je vanzelf heel nauwkeurig naar dat organisme.
In de biologie kunnen we twee soorten tekeningen maken: natuurgetrouwe tekeningen en schematische tekeningen. In een natuurgetrouwe tekening geef je zo nauwkeurig mogelijk alle delen weer. In een schematische tekeningen geef je alleen de belangrijkste kenmerken weer. Zie afbeelding 2.
Doorsneden
Je kunt een tekening maken van een organisme zoals dat van buitenaf te zien is. We noemen dat een buitenaanzicht. Je kunt een organisme ook eerst doorsnijden en dan tekenen. Dat noemen we een doorsnede.
Je kunt een doorsnede op verschillende manieren maken. Bij een lengtedoorsnede snijd je het organisme of het voorwerp in de lengte door. Bij een dwarsdoorsnede snijd je het organisme of het voorwerp dwars door. In afbeelding 3 zijn van een potlood het buitenaanzicht en de beide doorsneden schematisch getekend.
In een doorsnede teken je alleen het snijvlak, dus niet de 'diepte' die je kunt zien. In afbeelding 4 zie je aan welke tekenregels je tekening moet voldoen.