Weerstand

Weerstanden kunnen worden toegevoegd in een stroomkring om de spanning of de stroomsterkte in een stroomkring te beperken. Stel je voor je wilt een lampje met een maximale spanning van 6 Volt aansluiten op een spanningsbron welke 9 Volt levert. Je kunt dan een weerstand gebruiken om ervoor te zorgen dat de maximale spanning over het lampje 6 Volt is.

De hoeveelheid weerstand geven we aan met de eenheid Ohm (symbool Ω). Hoe meer Ohm een weerstand heeft, hoe hoger de weerstand is. Hoe hoger de weerstand is, hoe moeilijker de stroom er doorheen kan dus hoe kleiner de spanning wordt.

Voor weerstanden met een waarde groter dan 1000 Ohm wordt het voorzetsel kilo gebruikt om aan te geven dat er een factor 1000 wordt aangegeven. Zo is 1 kiloOhm gelijk aan 1000 Ohm (1 kΩ = 1000 Ω).

 

 

 

Weerstand in stroomkringen

Een weerstand kan worden opgenomen in een stroomkring om de spanning te verlagen. Dit kun je zien doordat het symbool van weerstand wordt gebruik in het schema van de stroomkring. Vaak wordt hierbij de waarde van de weerstand ook vermeld in Ohm.

Het symbool van een weerstand ziet er als volgt uit:

 

In de onderstaande stroomkring zie je een voorbeeld van een weerstand die gebruikt wordt om de spanning te verlagen:

 

 

 

 

 

De invloed van weerstand meten

Zoals gezegd kan een weerstand de hoeveelheid spanning in een stroomkring verkleinen. Bekijk het filmpje hieronder over het simuleren van een schakeling en hierbinnen de spanning meten. Beantwoord daarna de bijbehorende vragen.

Klik hier om naar de applicatie te gaan