6. Welke mogelijkheden zijn er om een client te ondersteunen/begeleiden in gedrag?

Theorie:

In de theorie doen ze dit via de methode: doen en blijven doen.

  1. Openstaan: eraan toe zijn, bereid zijn om na te denken en in gesprek te gaan over wat leven met de ziekte vraagt.
  2. Begrijpen: weten wat er aan de hand is, wat eraan te doen valt en wat hij zelf kan doen.
  3. Willen: afwegingen maken tussen mogelijkheden en tot een besluit komen (intentie) om zelf aan de slag te gaan.
  4. Kunnen: hulpmiddelen en technieken leren hanteren, vaardigheden beheersen.
  5. Doen: zelf in actie komen en de voorgenomen veranderingen doorvoeren.
  6. Blijven doen: volhouden, successen vieren, leren wat nóg beter kan, opnieuw beginnen als het niet is gelukt.

Bronvermelding: https://www.zorgvoorbeter.nl/persoonsgerichte-zorg/leefstijlverandering

Praktijk:

Op stage gaan wij ook in gesprek met de cliënten over hun gedrag en kijken we in oplossingen.

Voorbeeld:

We hebben een cliënt D, meneer heeft moeite met lopen en ook doet het hem zeer. Doordat meneer zo'n pijn heeft wordt hij snel chagrijnig en begint hij al snel te vloeken over dingen, wij spreken hem hier op aan als het te ver gaat en proberen hem zover mogelijk van de cliënten waar hij niet zo goed mee kan te plaatsen zodat meneer zich ook niet teveel opwindt. Op deze manier wordt meneer wat rustiger en wijzen we hem ook op zijn gedrag.