Theorie:
Je begeleid een cliënt bij ontwikkelingsgerichte aciviteiten en leersituaties door goed te luisteren naar wat de cliënt moeilijk vind en wat de mogelijkheden van de cliënt zijn. Je laat de cliënten eigen regie hebben op de activiteit en helpt waar dat nodig is. Bij leersituaties kan je de cliënt helpen om ze te doorkomen en goed te vragen of de cliënt het begrijpt en vooral door door te vragen.
Prakrijk:
Wij begeleiden de cliënten op stage bij de activiteiten waarnodig, we weten van te voren al wat de moeiklijkheden van de cliënten zijn en kunnen daar op inspelen. We begeleiden de cliënten met activiteiten die ze motorisch of geestelijk niet uit kunnen voeren.
Voorbeeld:
Wij spelen jeu de boule in de zomer en meneer A heeft een evenwichtsstoornis, wij weten dat en als meneer aan de beurt is wij hem overeind helpen en aan de arm meenemen naar de plek waar hij moet gooien, wij zorgen dat meneer niet omvalt tijdens het gooien en houden hem dan vast aan de arm., zo kan meneer de activiteiten alsnog uitvoeren maar met begeleiding voor eigen veiligheid.