Waar gaat het onderzoek over? (Inleiding)
Een onderzoek begint altijd met een inleiding. In de inleiding geef je de lezer van het onderzoek meer informatie. Om jullie te helpen bij het schrijven van de inleiding zijn er vragen opgesteld. Geef in een verhaaltje (stukje tekst) antwoord op de onderstaande vragen.
Schrijf de inleiding in onderstaand vak.
|
Wat ga je onderzoeken? (Onderzoeksvraag)
Wanneer je een onderzoek gaat doen is het van belang dat je weet wat je gaat onderzoeken.
Voor dit onderzoek kun je kiezen uit onderstaande onderzoeksvragen.
Schrijf de onderzoeksvraag in onderstaand vak.
|
Wat heb je nodig? (Materialen)
Schrijf alle materialen op in onderstaand vak.
|
Wat moet je doen? (Werkwijze)
Bij de werkwijze moet je een exacte omschrijving van het experiment geven. Beschrijf nauwkeurig hoe jouw experiment eruit ziet. Daarnaast kun je voor de duidelijkheid een afbeelding van het experiment toevoegen.
Hoe schrijf je een nauwkeurige werkwijze?
Schrijf de werkwijze in onderstaand vak.
|
Wat is je resultaat? (Resultaten)
Schrijf iedere week de resultaten op in onderstaand vak.
|
Wat is de conclusie? (Conclusie)
In de conclusie geef je antwoord op de onderzoeksvraag. Bij dit antwoord gebruik je ook de meetresultaten.
Schrijf de conclusie in onderstaand vak.
|
Hoe is het practicum gegaan? (Bespreking)
In de bespreking vertel je wat er goed ging bij het experiment en hoe je het anders/beter had kunnen doen.
Schrijf de bespreking in onderstaand vak.
|