We starten vandaag met opdrachten over de theorie van de vorige les.
Bij de sleepopdracht sleep je het begrip op de juiste plaats in de tekst.
Tijdens de vorige les hebben we het gehad over de organen van de plant, de plantencel en de levenscyclus.
Wanneer je deze opdrachten hebt voltooid, ga je aan de slag met het practicum over de plantencel.
Je gaat met behulp van de miscroscoop een plantencel van de waterpest bekijken en maakt hier vervolgens een tekening van.
OPDRACHT - PRACTICUM WATERPEST
Als je iets wilt bestuderen via de microscoop, moet je in bijna alle gevallen eerst een preparaat maken.
Voordat je hiermee aan de slag gaat bekijk je eerst de volgende 3 filmpjes over de microscoop.
Filmpje 1: Het maken van een preparaat
bron: youtube
Filmpje 2: De onderdelen van de microscoop
Bron: youtube
Filmpje 3: Het bekijken van het preparaat
Bron: Youtube
Je hebt nodig:
We bekijken waterpest, een klein slootplantje dat veel mensen in het aquarium hebben (misschien herken je het wel). Je maakt van één enkel blaadje een preparaat.
Je laat het preparaat zien aan je docent en bij een GO ga je verder met de opdracht.
Cellen van de waterpest
Voor dit practicum heb je het waterpestpreparaat van de vorige opdracht nodig.
Pak een microscoop en zet deze op de juiste manier klaar.
Pak een A4 papier en deel het papier op de volgende manier in:
Stel je microscoop vervolgens in op een vergroting van 40x.
A) Leg nu je preparaat op de tafel en stel scherp terwijl je door de microscoop kijkt.
Maak een tekening van hetgeen je nu door de microscoop ziet in vak A
B) Stel je microscoop nu in op een vergroting van 100x en stel weer scherp.
Wat zijn de verschillen met wat je bij een vergroting van 40x zag? Noteer dat in vak B
C) Stel je microscoop nu in op een vergroting van 400x en stel weer scherp.
Maak een schematische tekening volgens de tekenregels van één waterpestcel in vak C, benoem alleen de onderdelen die je kunt zien!
Klaar? Lever de opdracht bij de docent, maak je werkplek netjes en ruim de microscoop op zoals het hoort.
Mocht je de tekenregels zijn vergeten?
Hieronder staan ze op een rijtje, succes!
TEKENREGELS
1. Gebruik een HB potlood met een scherpe punt
2. Noteer rechtsboven:
- Je voornaam en achternaam
- Klas
- Datum
- De naam van wat je hebt getekend
- Schematisch of natuurgetrouw
- De eventuele vergroting van wat je heb nagetekend
- Eventueel of het een dwarsdoorsnede of een lengtedoorsnede is
- Eventueel om welk aanzicht het gaat. Bijv. Vooraanzicht
3. Gebruik altijd een liniaal of geodriehoek om rechte horizontale aanwijslijnen te maken. Deze aanwijslijnen eindigen op hetzelfde punt. Hierachter noteer je hoe het onderdeel heet.
4. De namen van de onderdelen komen dus recht onder elkaar te staan.
5. Teken waarheidsgetrouw ( alleen wat je kunt zien en geen overbodige details)
6. Teken strakke lijnen, dus ga niet schetsen!
7. Werk netjes en zorgvuldig