Het begingetal.Het begingetal geeft de beginhoeveelheid aan. Dit wordt ook wel het vaste bedrag of het startgetal genoemd. y = 3 + 2x Vul je voor x het getal nul in dan krijg je: y = 3 + 2 × 0 y = 3
In een lineaire formule is het losse getal (het getal zonder letter) het begingetal. In het laatste voorbeeld is het begingetal een keer vooraan in de formule gezet. |
De stapgrootteDe stapgrootte geeft aan hoeveel er per eenheid bijkomt of afgaat.
De stapgrootte heeft in de tabel te maken met de stapjes die zich telkens herhalen.
|
Maak je in de tabel hierboven een stapje van +1 in de bovenste rij, dan neemt de hoeveelheid in de onderste rij met 4 af. Er is sprake van regelmatige afname.
|
In de grafiek kun je de stapgrootte ook goed zien. Vaak wordt er in plaats van het begrip stapgrootte het begrip hellingsgetal gebruikt. Als je naar de grafieken kijkt dan heb je snel door waarom we de stapgrootte ook wel het hellingsgetal noemen. Ga je een stapje van één naar rechts (x-as) dan gaat de grafiek twintig omlaag( y-as).
|