|
Biologen bestuderen organismen. Daarbij kunnen zij kijken naar het hele organisme, óf alleen naar organenstelsels, organen, weefsels of cellen. Een bioloog kan een organisme dus op meerdere organisatieniveaus bestuderen. |
Cellen
Elk meercellig organisme is ontstaan uit één cel. Deze cel is zich gaan delen, waardoor twee cellen ontstonden, en die twee cellen zijn zich ook weer gaan delen, enzovoorts. Zo ontstond er uiteindelijk een organisme bestaande uit heel veel cellen.
| Let op! Een cel kun je normaal gesproken met het blote oog niet zien, daar heb je een microscoop voor nodig. |
Weefsels
Gedurende de tijd zijn die cellen (waaruit een organisme bestaat) veranderd van uiterlijk en hebben ze allemaal hun eigen taak gekregen, waardoor een organisme uit heel veel verschillende cellen bestaat.
Cellen die er hetzelfde uitzien en dezelfde taak hebben, noem je samen; een weefsel.

Organen
Meerdere weefsels kunnen samenwerken om een grotere taak uit te voeren. Een groep samenwerkende weefsels noem je; een orgaan.

Organenstelsels
Om nog grotere taken uit te voeren kunnen meerdere organen met elkaar samenwerken. Een groep samenwerkende organen noem je; een organenstelsel.

