Fotosynthese

Alle organismen hebben energie nodig om taken in hun lichaam uit te kunnen voeren. Deze energie halen organismen uit hun voedsel.

Planten kunnen hun eigen voedsel zelf maken door middel van het proces; fotosynthese.

Fotosynthese vindt plaats in de bladgroenkorrels van plantencellen in de 'groene delen' van de plant.

Let op! Planten met andere kleuren bladeren hebben ook bladgroenkorrels, maar zij hebben daarnaast ook nog kleurstoffen in hun vacuolen die de groene kleur van bladgroenkorrels overheersen.

Alle planten, met uitzondering van parasitaire planten, kunnen aan fotosynthese doen.

 

Bij fotosynthese wordt de energie uit zonlicht opgeslagen in de stof glucose (C6H12O6), een suiker.

Om glucose te kunnen maken, heeft een plant koolstofdioxide (CO2) en water (H2O) nodig.

Als afvalstof ontstaat er bij fotosynthese; zuurstof (O2).

In woorden kun je het proces fotosynthese opschrijven als:

energie + koolstofdioxide + water > glucose + zuurstof

Afgekort kun je het proces fotosynthese opschrijven als:

energie + CO2 + H2O > C6H12O6 + O2