Indeling van het plantenrijk
Planten worden onderverdeeld in twee grote groepen, namelijk; niet-vaatplanten en vaatplanten. Vaatplanten hebben (in tegenstelling tot niet-vaatplanten) wortels en stengels waar zogenoemde vaten doorheen lopen.
Een voorbeeld van niet-vaatplanten is ‘mossen’.

Zaadloze vaatplanten en zaadplanten
Vaatplanten worden onderverdeeld in twee grote groepen, namelijk; zaadloze vaatplanten en zaadplanten. Zaadloze vaatplanten vormen sporen waaruit nieuwe planten kunnen groeien. Zaadplanten vormen zaden.
Voorbeelden van zaadloze vaatplanten zijn ‘paardenstaarten’ en ‘varens’.


Naaktzadigen en bedektzadigen
Zaadplanten worden onderverdeeld in twee grote groepen, namelijk; naaktzadigen en bedektzadigen. Naaktzadigen dragen hun zaden in kegels. Bedektzadigen dragen hun zaden in vruchten. Deze vruchten ontstaan uit bloemen.
Een voorbeeld van naaktzadigen is ‘naaldbomen’.


