Een ander kenmerk waaraan je kunt zien of een land arm of rijk is de mate van bevolkingsgroei. Hoe de hoeveelheid mensen in een land verandert, hangt af van: natuurlijke groei en migratie
Natuurlijke groei
Als er meer kinderen geboren worden dan er sterfgevallen zijn, dan groeit de bevolking: er is een bevolkingsoverschot.
Het geboortecijfer is het aantal geboortes per 1000 inwoners per jaar. Het sterftecijfer is het aantal sterfgevallen per 1000 inwoners per jaar.
Is het geboortecijfer groter dan het sterftecijfer dan spreek je van een geboorteoverschot. Er is een sterfteoverschot als het sterftecijfer groter is dan het geboortecijfer.
In ontwikkelingslanden
Het sterftecijfer is hier vaak hoog. Je hebt bij de vorige stap geleerd dat er in veel ontwikkelingslanden sprake is van een slechte gezondheidszorg. Daardoor is het sterftecijfer veel hoger dan in niet-ontwikkelingslanden. Een afgeleide van het sterftecijfer is de zuigelingensterfte. Dat is het aantal baby's onder de 1 wat overlijd per 1000 levend geboren baby's per jaar. In Angola ligt de zuigelingensterfte rond de 200. Dat betekent dat er van alle 1000 baby's die er worden geboren, 200 niet ouder worden dan één jaar.
Ook het geboortecijfer is hoog ondanks de lage levensverwachting en de hoge sterftecijfers. Het aantal kinderen per gezin is in ontwikkelingslanden vaak zo groot omdat ouders kinderen nodig hebben om voor het gezin te zorgen en voor de ouders als die ouder zijn. De verwachting is dat daardoor in het jaar 2050 ruim 80% van de mensen in Afrika of Azië woont, de werelddelen met de meeste ontwikkelingslanden.
In rijke landen
In rijke landen is het sterftecijfer de afgelopen 100 jaar sterk gedaald. Door betere leefomstandigheden, betere hygiëne en betere gezondheidszorg worden mensen steeds ouder.
Ook het geboortecijfer is sterk gedaald. Gezinnen met meer dan vijf kinderen komen bijna niet meer voor, terwijl dat vijftig jaar geleden nog heel gewoon was.
Migratie
Je spreekt van immigratie als mensen vanuit een ander land in het land komen wonen.
Als mensen uit een land verhuizen naar een ander land, noem je dat emigratie.
Als het verschil tussen immigratie en emigratie groter dan 0 is, spreek je van een migratieoverschot. Bij een migratieoverschot neemt de omvang van de bevolking toe.
In veel West-Europese landen is immigratie de belangrijkste reden voor de groei van de bevolking.
De sterftecijfers en geboortecijfers en het effect van migratie is ook terug te zien in de bevolkingsopbouw van een land. De bevolkingsopbouw is de verdeling van de bevolking op kenmerken zoals geslacht en leeftijd. Dit maken we zichtbaar met een bevolkingspiramide (zie afbeelding hieronder). Die kan ook echt de vorm hebben van een piramide: een brede basis en een smalle top.
Opdracht 1.
Kijk naar dit filmpje over bevolkingspiramides en beantwoord onderstaande vragen.
Als je goed kijkt naar de grafieken van Angola en Nederland hierboven dan zie je dat de vorm verschilt.
A. De piramide van welk land lijkt het meest op een piramide?
B. In welk land is het aandeel van de jongeren in de bevolking het grootst?
C. In welk land is er sprake van vergrijzing?
D. In welk land is het sterftecijfer onder jongeren het hoogst?
E. Welk land heeft een lager geboortecijfer?