Klassikaal lesmateriaal H.1 Beroepscommunicatie SMG Basis Elektrotechniek
Elektriciteit, spanning, stroom en weerstand
Als je aan het werk gaat met elektriciteit, krijg je te maken met stroom, spanning en weerstand. Maar wat is dit eigenlijk?
Elektriciteit
We hebben elke dag met elektriciteit te maken. Denk maar aan het opladen van je telefoon of de lamp die je ‘s avonds aandoet. Maar wat is elektriciteit?
Elektriciteit is een manier om energie over te brengen. Energie kun je halen uit energiebronnen.
Er zijn verschillende energiebronnen:
Bij het verbranden van fossiele brandstoffen komt energie vrij Windmolens zetten de bewegingsenergie van de wind om in elektrische energie
Hoe ontstaat elektriciteit?
In elke stof zitten elektronen. Dit zijn heel kleine deeltjes. Ze zijn zó klein dat je ze niet kunt zien. Als je een energiebron aansluit op een apparaat, gaan de elektronen zich verplaatsen. Er ontstaat dan een elektrische stroom. Door de elektrische stroom kan een lamp bijvoorbeeld gaan branden.
Normaal gesproken staan elektronen stil. Om een elektrische stroom te krijgen, moeten de elektronen in beweging worden gebracht. Je hebt daarom iets nodig wat de elektronen in beweging duwt. Je hebt een energiebron nodig, bijvoorbeeld een batterij.
De batterij duwt de elektronen in beweging
Stroom
Hoe sneller de elektronen bewegen, hoe meer stroom er is. We gebruiken hier het woord stroomsterkte voor. Stroomsterkte meten we in Ampère. We berekenen dan hoeveel elektronen er per seconde door de stroomdraad bewegen. Voor het meten van de stroomsterkte gebruik je multimeter of een ampèremeter.
Multimeter Analoge ampèremeter
Spanning
Als er een stroom gaat lopen, komen de elektronen in beweging. De elektronen lopen door de stroomdraad van het stopcontact naar de lamp. Alle elektronen dragen spanning met zich mee. Als de elektronen bij de lamp zijn, geven ze hun spanning af. Hierdoor kan de lamp gaan branden. De elektronen gaan nu weer terug naar het stopcontact. Daar krijgen ze weer nieuwe spanning mee.
Spanning van elektronen in een stroomdraad
Elektrische spanning (U) wordt gemeten in Volt. Volt wordt ook wel voltage genoemd. Spanning komt van een spanningsbron. Bekende spanningsbronnen zijn:
Een spanningsbron kan leeg raken. Als een batterij bijvoorbeeld al zijn spanning heeft afgegeven, is de batterij leeg. De spanningsbron kan dan geen nieuwe spanning meer meegeven aan de elektronen.
Het stopcontact is een veelgebruikte spanningsbron. In Nederland staat er een spanning van 230 Volt op het stopcontact. Als je niets op het stopcontact aansluit, gebeurt er niks. Maar als je wel iets op het stopcontact aansluit, zoals een lamp, gaat er een stroom lopen.
De elektrische spanning wordt gemeten met een multimeter of voltmeter. Deze meter bepaalt het verschil tussen twee punten in een systeem.
Multimeter Analoge voltmeter
Weerstand
In de ene draad kunnen elektronen zich sneller verplaatsen dan in de andere draad. Dit heeft te maken met het materiaal waar de draad van gemaakt is. Een materiaal kan namelijk voor weerstand zorgen. Weerstand maakt het voor de elektronen moeilijker om zich te bewegen. Daarom geldt: hoe lager de weerstand, hoe makkelijker er een stroom kan lopen door het materiaal. Weerstand wordt uitgedrukt in ohm (Ω).