Opgaven 6 t/m 12
6 |
|
Ribben, zijvlakken en hoekpunten |
Bekijk de balk hiernaast. Beantwoord daarna de vragen.
- Welke ribbe is roodgekleurd? Noteer de naam van deze ribbe in je schrift.
- Welk hoekpunt is orange gekleurd?
- Welke ribbe is groen gestippeld?
- Welk zijvlak is geelgekleurd?
- Welke drie ribben komen in hoekpunt R bij elkaar?
7 |
|
Twee wiskundige figuren |
Hieronder zie je twee ruimtefiguren. Bekijk de ruimtefiguren goed en beantwoord daarna de vragen.

- Wat is de wiskundige naam van figuur 1?
- Welke ribbe van figuur 1 is rood gekleurd?
- Welk grensvlak van figuur 1 is orange gekleurd?
- Welk hoekpunt van figuur 1 is groen gekleurd?
- Wat is de wiskundige naam van figuur 2?
- Welke ribbe van figuur 2 is paars gekleurd?
- Welk zijvlak van figuur 2 is blauw gekleurd?
- Welk hoekpunt van figuur 2 is geel gekleurd?
Bekijk balk ABCD EFGH. beantwoord daarna de vragen in je schrift.
- Ribbe AE is 2 cm lang. Welke ribben zijn ook 2 cm lang? Schrijf de namen van deze ribben in je schrift.
- Welk vlak ligt tegenover vlak ABFE?
- Ribbe AB is 4 cm lang, welke ribben zijn nog meer 4 cm lang?
- Welk vlak ligt tegenover vlak BCFG?
- Ribbe BC is 3 cm lang, welke ribben zijn nog meer 3 cm lang?
- Ribbe AB, BC en BF komen samen in hoekpunt ...
- Hoeveel grensvlakken (zijvlakken) heeft een balk?
- Hoeveel ribben heeft een balk?
- Hoeveel hoekpunten heeft een balk?
10 |
 |
Namen, ribben, hoekpunten |
Pak je werkblad erbij en voer de opdrachten die hieronder staan uit.
- Schrijf onder de plaatjes de wiskundige namen van de figuren op.
- Noteer het aantal hoekpunten van de wiskundige figuur.
- Noteer het aantal ribben van de figuur
Bekijk het prisma hiernaast. Beantwoord daarna de vragen.
- Hoeveel hoekpunten heeft dit prisma?
- Hoeveel grensvlakken (zijvlakken) heeft het prisma?
- Hoeveel ribben heeft het prisma?
- Wat is de naam van dit prisma?
- Welke drie ribben komen in hoekpunt G bij elkaar?
- Welk vlak ligt tegenover FGHIJ?
Bekijk de afbeelding hiernaast. Beantwoord daarna de vragen.
- Schrijf de wiskundige naam van deze figuur op.

- Schrijf op welke letter de top van deze figuur aangeeft.
- Schrijf de namen van de drie ribben die in hoekpunt D bij elkaar komen op.
- Schrijf op welke ribben even lang zijn als ribbe AB.
- Schrijf de hoogte van deze figuur op.