Opgaven

 

Kasteel

Bekijk de foto hiernaast.

Welke ruimtelijke figuren herken je?

Noteer je antwoorden in je schrift en geef op het werkblad met kleurtjes aan waar je in de foto de ruimtelijke figuren herkent.

Vergelijk je antwoorden met de antwoorden van een klasgenoot.

Hebben jullie precies dezelfde antwoorden?

Bespreek eventuele verschillen.

 

  Parallellogram
  1. Welke formule gebruiken we om de oppervlakte van een parallellogram te berekenen? Noteer de formule in je schrift.
  2. Welke zijde hoort bij de gestippelde hoogtelijn?
  3. Bereken de oppervlakte van parallellogram PQRS.

 

 

  Vierhoeken
  1. Van welke vierhoeken zijn alle zijden evenlang?
  2. Van welke vierhoeken zijn alle hoeken gelijk?
  3. Van welke vierhoeken zijn de diagonalen evenlang?
  4. Bij welke vierhoeken delen de diagonalen elkaar middendoor?

 

  Ruimtefiguur

Op roosterpapier is een ruimtelijk figuur getekend.

Bekijk de figuur goed.

  1. Hoeveel grensvlakken heeft de figuur?
  2. Hoeveel ribben heeft de figuur?
  3. Hoeveel hoekpunten heeft de figuur?
  4. Hoe heet deze figuur?

 

 

 

Blikje

Een frisdrankblikje heeft een inhoud van 0,33 L.

  1. Hoeveel cm³ is dat?
  2. Het blikje is ongeveer 15 cm hoog.
    Bereken de oppervlakte van het grondvlak van het blikje in cm².
    Rond je antwoord af op 1 decimaal.

 

   

 

 

   

 

 

   

 

 

   

 

 

10     

 

 

11     

 

 

12     

 

 

13     

 

 

14     

 

 

15     

 

 

16