In de vorige twee 'blokken' heb je ontdekt / geleerd dat elke stof een unieke combinatie van stofeigenschappen heeft én dat elke stof in drie verschillende fasen kan voorkomen.
De fasen en veel van de stofeigenschappen kan je al (beter) begrijpen als je kijkt naar hóe stoffen zijn 'opgebouwd'. Alle stoffen bestaan namelijk uit ...
... héééééééél erg KLEINE DEELTJES ...
► Zo is de FASE afhankelijk van hoever de deeltjes van elkaar af zitten en of de deeltjes wel of niet 'door elkaar heen bewegen.
vast (s) | vloeibaar (l) | gas of damp (g) |
|
|
|
► En ook de DICHTHEID van een stof wordt bepaalt door hoe dicht de deeltjes op elkaar zitten
► De OPLOSBAARHEID hangt dan weer af hoe makkelijk de deeltjes van de ene stof tussen de deeltjes van de andere stof kunnen bewegen