Afschaffing van de slavernij

Een slavin wordt verkocht op de Romeinse slavenmarkt

Slavernij is iets van alle tijden. Vroeger kon je slaaf worden omdat je niet je schulden kon aflossen, of omdat je dorp werd overvallen en je meegevoerd kon worden als slaaf. In de tijd van het Romeinse Rijk was ongeveer de helft van de bevolking van Rome een slaaf of slavin. Voor veel slaven was het leven niet eens zo heel slecht. Dat was afhannkelijk van de vraag wat je allemaal kon en hoe goed je naar je meester luisterde. Zo konden slaven helpen met de opvoeding van de kinderen. Slechte slven konden eindigen in de arena of in een galeischip. Ook in Afrika, Amerika, onder de Arabieren en de chinezen was slavernij normaal. Alleen in Europa in de Middeleeuwen was dat niet normaal.

Dat veranderde toen Europeanen Amerika gingen koloniseren, na de ontdekking van Columbus. Er werden slaven in Afrika gekocht van Afrikaanse stamhoofden of van Arabieren. Veel slaven kwamen in Noord- en vooral Zuid-Amerika terecht. Juist voor de slaven in heel Amerika was het verhaal van Mozes erg belangrijk. Het gaf hun geloof dat er een bevrijding zou komen. Pas in de 19e eeuw zou die er ook echt komen. William Wilberforce heeft jarenlang moeten strijden voor de opheffing van de slavenhandel en later  de slavernij. Nadat het hem lukte om in Groot-BrittanniĆ« de slavernij af te schaffen, volgde veel andere landen.

Het verhaal van uittocht (Exodus) van Mozes is een van de verklaringen waarom in Noord- en Zuid-Amerika de nakomelingen van de voormalige slaven over het algemeen nog steeds erg christelijk zijn.

https://www.youtube.com/watch?v=Zyluoe_taso&list=PLi_srCikhtghrNa6Ti1d4aSyPQzQ3JI63&index=40