Stap 2

Van mond tot maag
Opdracht 1 Verteren of niet?
Moleculen van de meeste voedingsstoffen zijn te groot om direct in het bloed te worden opgenomen. Ze worden daarom eerst verteerd (1).
Maar er zijn ook voedingsstoffen die niet verteren (2), omdat ze op verschillende plaatsen in het lichaam direct in het bloed worden opgenomen.
Ook bevat ons voedsel stoffen die we niet kunnen verteren (3) en weer uitscheiden.

  1. Bij welke groep horen de volgende voedingsstoffen?
    vitaminen, eiwitten, vezels, mineralen, water, monosachariden (zoals glucose), vetten.
    1. ...
    2. ...
    3. ...
  2. Je eet een boterham met jam en drinkt een beker melk.

Het spijsverteringsstelsel van een mens heeft een aantal delen.
Ten eerste de mondholte. Met het gebit wordt voedsel gesneden en in kleine deeltjes vermalen.
Daardoor wordt het oppervlak van het voedsel groter. Dit is een vorm van mechanische vetering.
Speeksel, afkomstig uit de speekselklieren, kan zo beter op het voedsel inwerken.

Opdracht 2 Spijsverteringsstelsel
Bestudeer in de Kennisbank de onderdelen mechanische en chemische vertering tot en met pH-optimum

KB: Mechanische en chemische vertering
KB: pH-optimum

Opdracht 3 Oppervlaktevergroting

  1. Bekijk de figuren.
    Noteer voor elk figuur de verhouding tussen oppervlak en inhoud.
  2. In het spijsverteringsstelsel kom je drie voorbeelden van oppervlaktevergroting tegen. Welke?
  3. Wat is het belang van oppervlaktevergroting?

Opdracht 4

  1. Door speekselklieren worden meerdere enzymen afgescheiden.
    Welk specifieke spijsverteringsenzym wordt door de speekselklieren afgescheiden in de mondholte? Gebruik hierbij Binas.
  2. Welke voedingsstoffen worden door dit enzym omgezet?
  3. Waar wordt dit enzym nog meer aangemaakt in het spijsverteringsstelsel?
    En waarom daar nogmaals?
  4. Welk enzym is betrokken bij de omzetting van maltose naar glucose?
  5. Noteer de verteringsreactie van voedingsstof tot glucose.
  6. Bestudeer in de Kennisbank:
    KB: Monosacchariden
    KB: Disacchariden
    KB: Polysacchariden
    Wanneer je kijkt naar de chemische samenstelling van de voedingsstof, het tussenproduct en glucose, welk verband zie je dan?

Opdracht 5 Peristaltiek
Bekijk het filmpje:

Welke bewering is juist?

  1. kringspieren trekken bij peristaltiek samen voor de voedselbrok
  2. lengtespieren trekken bij peristaltiek samen voor de voedselbrok
  3. kringspieren trekken bij peristaltiek samen achter de voedselbrok
  4. lengtespieren trekken bij peristaltiek samen achter de voedselbrok

Opdracht 6 De maag

  1. Bekijk het filmpje: Hoe werkt de maag - www.explania.com
  2. Je mag honden geen kleine kippenbotjes te eten geven.
    Noem twee redenen waarom je dat beter niet kunt doen.
    Tip: kalk uit botjes lost op in maagzuur. Wat zijn de gevolgen van die reactie?
  3. Sommige mensen hebben last van een grote terugloop van maagzuur (reflux) in de mondholte.
    Wat is hiervan het gevaar voor het gebit?

Opdracht 7 Vertering van eiwitten
Gebruik bij deze opdracht Binas (tabellen 82E, F en G).

  1. Zoek op in Binas: welk enzym is verantwoordelijk voor de vertering van eiwitten?
  2. Wat is de optimale zuurgraad voor de werking van dit enzym?
  3. In de maag wordt de eerste stap gezet van de eiwitvertering. In welke stof wordt eiwit omgezet?
  4. Waar wordt de volgende stap in de eiwitvertering gezet?

Opdracht 8 De braakreflex
Bestudeer de afbeelding met verschijnselen die de braakreflex kunnen veroorzaken.

In drietallen
Verdeel de vragen en ga op zoek naar de antwoorden.

  1. Waardoor kun je in een achtbaan goed misselijk worden? Leg uit.
  2. Sommige mensen gaan bijna kokhalzen als ze met hun tandenborstel de huid achter in de keelholte aanraken.
    Wat is het belang van drukzintuigjes in dat deel van je keelholte?
  3. In de eerste maanden van de zwangerschap zijn veel vrouwen misselijk.
    Waardoor wordt die misselijkheid veroorzaakt? Welke functie heeft dit verschijnsel?

Wissel de antwoorden met elkaar uit. Wat maakt mensen misselijk?