Stap 6

Op zoek naar geneesmiddelen
Met welke medicijnen zou je iemand met griep, blaasontsteking of een schimmelinfectie kunnen genezen?

Als je een geneesmiddel zoekt is het van belang een stof te vinden of te ontwikkelen die alleen werkt tegen de cellen die je wilt bestrijden en niet tegen de cellen van de patiƫnt.

Tussen prokaryote en eukaryote cellen zijn verschillen: de aanwezigheid/ afwezigheid van een celwand, de bouw van de ribosomen, en details in de stofwisseling.

Maar wat te doen als de ziekteverwekker een eukaryoot is: schimmels, een eencellig diertje of een worm.
Zij lijken door hun eukaryote cel zo veel op de cellen van de te behandelen gastheer, dat er veel minder aangrijpingspunten voor remmende of dodende stoffen zijn. Er zijn dan ook minder van dergelijke geneesmiddelen.

Voor virussen is het nog moeilijker een selectief remmende stof te vinden omdat deze organismen in de gastheer gebruik maken van de stofwisseling en de organellen van de gastheer.
Rem je het virus dan rem je ook de stofwisseling van de gastheer.

Opdracht 1 Geneesmiddel

  1. Voor welk van de drie ziekten is het meest eenvoudig een geneesmiddel te vinden?
    1. bacterie
    2. schimmel
    3. virus
  2. Gebruik je antwoord van de vraag hiervoor.
    Waarop zou het medicijn zich vooral moeten richten, om wel de ziekte te bestrijden en niet de gastheer.
    1. celmembraan
    2. celwand
    3. kern
  3. Leg uit waardoor het bestrijden van gisten en schimmels lastig is.
  4. Leg uit waardoor het bestrijden van virussen lastig is.

Lees www.dekennisvannu.nl en maak een korte samenvatting van wat je in stap 6 geleerd hebt over het maken van medicijnen tegen ziekteverwekkende micro-organismen.