Stap 2

De organellen en hun functie
Opdracht 1 Organellen

KB: Celorganellen en kern

Noteer de namen en de functies van de organellen op je werkblad.

Opdracht 2 Cellen
Controleer of je alle organellen nu kent met behulp van dit filmpje:

Opdracht 3 Functie cellen
Als organellen hun functie niet goed uitvoeren, en de betreffende cellen niet gerepareerd of vervangen kunnen worden, kun je ziek worden.

Bekijk steeds de afbeeldingen met beschrijving.
Welk celonderdeel is aangetast?

  1. Sikkelcelziekte: de vorm van de rode bloedcellen is afwijkend.
    Bij iemand met sikkelcelziekte leven de rode bloedcellen minder lang en zijn ze minder goed in staat om zuurstof te vervoeren.
    1. celmembraan
    2. cytoskelet
    3. lysosoom
    4. mitochondrium
  2. Cystic Fibrose, ook wel cystic fibrosis of taaislijmziekte genoemd, is een erfelijke ziekte, waarbij het geproduceerde slijm in allerlei organen taai is.
    Dit komt doordat het transport van stoffen de cel in en uit niet goed verloopt.
    Het taaie slijm zorgt voor verstoppingen in de luchtwegen en in de darmen en lever.
    1. celmembraan
    2. cytoskelet
    3. lysosoom
    4. mitochondrium
  3. Ziekte van Leigh, een stofwisselingsziekte waarbij er hersencellen beschadigen doordat ze te weinig energie hebben.
    1. celmembraan
    2. cytoskelet
    3. lysosoom
    4. mitochondrium
  4. Stapelingsziekte, aandoening als gevolg van een gebrek aan een bepaald enzym, waardoor stoffen niet worden afgebroken, maar worden opgeslagen ('gestapeld'), wat leidt tot stoornissen in de functie van de desbetreffende organen.
    1. celmembraan
    2. cytoskelet
    3. lysosoom
    4. mitochondrium