De betekenis van elke communicatieve handeling wordt bepaald door de context. Culturen verschillen in de hoeveelheid informatie die uit de context en de situatie kan worden gehaald. Er zijn hoge- en lage contextculturen ( Gerritsen,2017). In hoge contextculturen moet de luisteraar zoeken naar de intentie van de spreker, de non-verbale communicatie is erg belangrijk. In deze culturen is het erg belangrijk hoe je iets zegt. In de hoge contextculturen worden conflicten ontlopen, geeft men sociaal wenselijke antwoorden en zijn mondelinge afspraken bindend.
In lage contextculturen hecht men veel waarde aan woorden en is wat je zegt erg belangrijk, daarnaast gaat men de confrontatie wel aan, is geschreven woord belangrijk en zijn mondelinge afspraken niet bindend. Shahid (2002) geeft daarentegen aan dat cultuur door mensen wordt gemaakt en gewijzigd door mensen en is dus dynamisch. Hij geeft aan dat je geen tweedeling kunt maken in culturen. Pinto (2007) onderscheidt de F en de G cultuur. In de G cultuur zijn mensen in de eerste plaats individuen, die verantwoordelijk zijn voor hun eigen gedrag. In de F-cultuur speelt groepsgebondenheid een grote rol. Mensen zijn vooral groepslid en verantwoordelijk voor het groepsbelang.