|
|
Een accesspoint vervult dezelfde functie als een switch. Het ontvangt informatie en stuurt deze via de meest efficiënte route naar de ontvanger. Het grote verschil tussen een switch en een accesspoint is dat de apparaten draadloos zijn verbonden met het accesspoint. Hoewel dat als een groot gemak wordt ervaren door gebruikers brengt dat wel weer een oud probleem met zich mee, collisions.
Een accesspoint werkt met verschillende kanalen waarover de data wordt verzonden. Iedere radio in een accesspoint kan maar met één kanaal werken. Als meerdere apparaten verbinding maken met het accesspoint krijgen we weer te maken met collisions. Gelukkig is de hardware veel sneller dan vroeger en merken we niet veel van dit probleem.
Als het aantal apparaten echter toe neemt zijn er wel maatregelen nodig om het draadloze netwerk in de lucht te houden. Meerdere accesspoints plaatsen is dan een oplossing. Een andere oplossing is accesspoints maken met meerdere radios. De meeste accesspoinst voor thuis hebben er tegenwoordig dan ook minimaal twee terwijl accesspoints voor grote netwerken er wel 4 kunnen hebben.
In Europa is wifi verkeer toegestaan in twee frequentiebanden; 2,4Ghz en 5Ghz. De 2,4Ghz band heeft in theorie 13 kanalen en de 5Ghz band heeft in theorie 27 kanalen om mee te werken. Als je dus meerdere radios of meerdere accesspoints hebt kun je gebruik maken van meer kanalen en hebben apparaten minder last van elkaar. Toch zijn niet alle kanalen beschikbaar. De wifi kanalen in de 2,4Ghz band liggen 5 Mhz uit elkaar. Het wifi signaal is echter 20 Mhz breed. Hierdoor houden we in de paktijk drie kanalen over zonder overlap. In de 5 Ghz band liggen de kanalen ver genoeg uit elkaar.
Apparaten en accesspoints kunnen ook kanalen bundelen. Hierdoor krijg je meer snelheid. Een nadeel is dat er dan nog minder kanalen overblijven waardoor er minder apparaten tegelijk gebruik kunnen maken van het netwerk.