Opdracht 4: Hoe gedragen de moslimjongeren zich thuis, op school en in het openbaar?

  1. Hoe hoort een moslim zich te gedragen in de volgende situaties? Noteer wat voor jou belangrijk is (minstens 3 zinnen). Noem ook een eigenschap (uit oefening 1) die belangrijk is in deze situatie.
  2. Bespreek jouw antwoorden met een klasgenoot. Noteer in de tweede kader de dingen die jouw klasgenoot had genoteerd waar jij het ook mee eens was, maar je zelf eerst niet had genoteerd.

Thuis

Je broer of zus heeft een drankje in de koelkast laten liggen wat hij/zij later wou opdrinken. Jij wist er niet van en hebt het opgedronken. Je broer of zus vindt het drankje niet meer in de koelkast en wordt boos wanneer hij/zij erachter komt dat jij het hebt opgedronken. Hoe ga jij reageren?

Op school

Je hebt je enige pen uitgeleend aan een klasgenoot omdat hij die even nodig had en erachter vroeg. Wanneer jij je pen zelf nodig hebt en ernaar vraagt, zegt jouw klasgenoot dat hij die kwijt is. Hoe ga jij reageren?

In het openbaar

Je zit in de bus en je hoort hoe een groep meisjes een ander meisje dat alleen zit, aan het pesten zijn. Ze geven lelijke opmerkingen over haar uiterlijk. Hoe ga jij reageren?