De diepte van de ademhaling zegt iets over de hoeveelheid lucht die per keer wordt ingeademd. De diepte van de ademhaling is te zien aan de bewegingen van de borstkas en de buik. De diepte en de frequentie van de ademhaling beïnvloeden elkaar. Bij een diepe ademhaling is de frequentie lager en bij een oppervlakkige ademhaling hoger.
Bij een gelijkmatige ademhaling is de diepte per ademhaling steeds gelijk. Bij een ongelijkmatige ademhaling is de diepte wisselend.