In de lucht zweven veel deeltjes, zoals stof en micro- organismen. Deze deeltjes adem je in via je neus. Het slijmvlies in de neusholte vangt veel van deze verontreinigingen op. In een stoffige omgeving wordt het slijmvlies geprikkeld om extra slijm te produceren. Als je dan je neus snuit, kun je in je zakdoek zien hoe effectief deze stofbarrière werkt.
Door de beweging van de trilharen wordt ongeveer tweederde van het vervuilde slijm vanuit de neusholte naar de keelholte ‘gewapperd’. Het meeste slijm slik je door. In de maag worden eventuele ziektekiemen onschadelijk maakt door het maagzuur.
De rest van het neusslijm wordt in de richting van de neus getransporteerd, waar je het op meerdere manieren kunt verwijderen: snuiten, niezen, peuteren, opsnuiven en doorslikken.