Inleiding

Het eindexamen Nederlands bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen.
Een van de onderdelen van het schoolexamen is het domein Literatuur.

In het examenprogramma staat dat domein als volgt omschreven:

Literaire ontwikkeling De kandidaat kan beargumenteerd verslag uitbrengen van zijn leeservaringen met een aantal door hem geselecteerde literaire werken.
* Minimumaantal havo: 8, waarvan minimaal 3 voor 1880.
* De werken zijn oorspronkelijk geschreven in de Nederlandse taal.
Literaire begrippen De kandidaat kan literaire tekstsoorten herkennen en onderscheiden, en literaire begrippen hanteren in de interpretatie van literaire teksten.
Literatuurgeschiedenis De kandidaat kan een overzicht geven van de hoofdlijnen van de literatuurgeschiedenis, en de gelezen literaire werken plaatsen in dit historisch perspectief.


In deze module maak je kennis met verschillende Nederlandse en Vlaamse schrijvers en dichters in verschillende tijdvakken. Je leert verschillende genres en literaire begrippen kennen.

De eerste opdracht gaat over literatuur in de middeleeuwen, in de laatste opdracht staan auteurs van na 1970 centraal. Na afloop van de module kun je een overzicht geven van de hoofdlijnen van de literatuurgeschiedenis.
Hopelijk ben je goed voorbereid om verslag te doen van je leeservaringen met 8 door jezelf geselecteerde literaire werken.

Succes!