Inleiding

Goed spellen is belangrijk. Al vanaf de basisschool leer je de regels, maar het is belangrijk deze steeds te herhalen. Als je veel fouten maakt, word je namelijk niet snel serieus genomen. Zeker bij werkwoordspelling is het van belang dat je de regels kent, omdat je niet kunt vertrouwen op de spellingcorrector.

De module 'Spelling' bestaat uit de volgende onderdelen:

Werkwoordspelling:

Overige spelling:

In periode 1 en begin begin 2 ga je al deze onderdelen oefenen, waarbij je steeds het boek gebruikt om de theorie te leren. Hierna volgt er een digitale toets die bestaat uit een deel werkwoordspelling en een deel overige spelling. Je krijgt een cijfer over het gemiddelde van deze twee delen. Je mag beide delen een keer herkansen. De toetsen vinden in de les plaats en worden niet afgenomen in de toetsweken.

In de lessen kun je aan de slag met de oefeningen, maar ook zal de docent instructie geven. Daarnaast kan je docent er ook voor kiezen om nog wat oefeningen op papier te maken.