Als je verder van een geluidsbron afstaat, neemt de geluidssterkte af.
Hoe groot de geluidsterkte wordt, kun je bepalen met de volgende vuistregel:
Wordt de afstand tot de geluidsbron twee keer zo groot, dan wordt de geluidssterkte vier (22) zo klein.
Wordt de afstand tot de geluidsbron drie keer zo groot, dan wordt de geluidssterkte negen (32) zo klein. Etc.