Wat ga ik leren?
Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kan ik:
- omschrijven wat het verschil is tussen bolle (positieve) lenzen en holle (negatieve) lenzen.
- uitleggen wat het verschil is tussen een convergerende en divergerende lichtbundel.
- de begrippen voorwerpafstand en beeldafstand in een tekening aangeven en kan ik de vergroting (of verkleining) uitrekenen.
- de werking van het oog omschrijven; ik maak gebruik van het woord accommoderen.
- het verschil tussen verziend en bijziend uitleggen.
- de spiegelwet uitleggen.