De sterrenhemel lijkt ’s nachts een volledige omwenteling om de aarde te maken. T.o.v. elkaar lijken de sterren stil te staan. Ze nemen onderling vaste posities in en zijn dus te groeperen in sterrenbeelden.
Er zijn echter ook hemellichamen die bewegen t.o.v. de sterren. Deze hemellichamen worden planeten genoemd. Planeten bewegen meestal één kant op t.o.v. de sterrenhemel. Soms bewegen planeten echter tijdelijk de andere kant op.
Deze beweging is op twee manieren te beschrijven:
![]() |
![]() |
1. Aarde centraal. | 2. Zon centraal |
Deze twee ‘beschrijvingen’ worden ook wel modellen genoemd. Een model is een schematische weergave van de werkelijkheid. De bovenstaande plaatjes zijn modellen van de positie en beweging van aarde, zon en Mars.
Modellen helpen om waarnemingen te verklaren. Zo verklaren bovenstaande modellen bijvoorbeeld de waargenomen beweging van de planeet Mars.
Het kan zijn dat er twee of meer verschillende modellen zijn, die allemaal een zelfde waarneming verklaren. Bovenstaande modellen verklaren bijvoorbeeld beiden de waargenomen beweging van Mars. Welk model is dan het juiste? Wetenschappers vinden dat het ene model beter is dan het andere, als het eenvoudiger is of als het meer waarnemingen kan verklaren.
Er is lang gediscussieerd over welk van de bovenstaande modellen de juiste was. Uiteindelijk zijn wetenschappers het er over eens geworden dat het model met de zon centraal een betere beschrijving is. Dit omdat het model met de zon centraal eenvoudiger is dan het model met de Aarde centraal, en ook omdat andere waarnemingen (zoals bijvoorbeeld de afstand aarde-Mars gedurende een aantal jaar) beter in overeenstemming zijn met het model met de zon centraal.
Bekijk eventueel een Engelstalige video waarin dit ook wordt toegelicht.