Stap 2: Verklaren

Je gaat het volgende verklaren:

  1. Verklaar dat de zon elke dag opkomt en ondergaat.
  2. Verklaar dat de zon opkomt in het oosten en ondergaat in het westen.
  3. Verklaar dat de zon ’s zomers hoger aan de hemel staat dan ’s winters.

Je gaat als volgt te werk:

Fase 1:
In tweetallen verklaar je het bovenstaande m.b.v. attributen zoals een tennisbal en een waxinelichtje. Mocht je er niet uitkomen, kun je een hulplijn raadplegen. Ben je toe aan een extra uitdaging? Bekijk dan de breinkraker.

Fase 2:
Je tweetal wordt gesplitst, er worden nieuwe tweetallen gevormd.

Fase 3:
In het nieuwe tweetal vertel je aan je teamlid hoe je het bovenstaande verklaart. Je krijgt feedback van je teamlid. Gebruik daarbij deze feedbackkaart.

Fase 4:
Afsluitend vertelt je teamlid hoe hij/zij het bovenstaande verklaard. Je geeft feedback met de feedbackkaart.
Je docent geeft aan in welke fase je zit en hoeveel tijd je nog hebt.

Feedbackkaart
Lever de kaart die jouw teamlid voor je heeft ingevuld in bij de docent.