Stap 2: Verklaren

Je gaat verklaren waarom de maan er niet altijd hetzelfde uitziet.
Je gaat als volgt te werk:

Fase 1:
In tweetallen verklaar je de maanfasen m.b.v. attributen zoals een pingpongbal, een tennisbal en een waxinelichtje. Mocht je er niet uitkomen, kun je een hulplijn bekijken.

Fase 2:
Je tweetal wordt gesplitst, er worden nieuwe tweetallen gevormd.

Fase 3:
In het nieuwe tweetal vertel je aan je teamlid hoe je de maanfasen verklaart. Je krijgt feedback van je teamlid. Gebruik daarbij deze feedbackkaart.

Fase 4:
Afsluitend vertelt je teamlid hoe hij/zij de maanfasen verklaard. Je geeft feedback met de feedbackkaart.
Je docent geeft aan in welke fase je zit en hoeveel tijd je nog hebt.

Feedbackkaart
Lever de kaart die jouw teamlid voor je heeft ingevuld in bij de docent.