Stap 3: Theorie

Veiligheidsvoorzieningen

Bij sport is veiligheid erg belangrijk. De gevolgen van een botsing worden door veiligheidsvoorzieningen op drie manieren kleiner gemaakt:

Een verkeersongeluk is niet altijd te voorkomen.
Om de schade als gevolg van een verkeersongeluk zo klein mogelijk te laten zijn, zijn er in een auto verschillende veiligheidsvoorzieningen getroffen.

Voorbeelden van deze veiligheidsvoorzieningen zijn:
A bumper
B kreukelzone
C airbags
D veiligheidsgordels
E hoofdsteunen

Een veiligheidsgordels heeft drie functies:

  • Veiligheidsgordels verlengen de botstijd.
    Dat komt, omdat de gordel uitrekt. Hierdoor wordt de kracht op je lichaam kleiner. Veiligheidsriemen moeten sterk zijn, om niet kapot getrokken te worden door de grote kracht. Ook moeten ze elastisch zijn om zo de botstijd te vergroten.
  • Veiligheidsgordels verdelen de kracht.
    Ze zorgen er voor dat de krachten verdeeld worden over een groter gedeelte van je lichaam.
  • Veiligheidsgordels verplaatsen de kracht.
    Als laatste zorgt een gordel ervoor dat je hoofd bij een botsing niet tegen de voorruit of het stuur klapt. De gordel verplaatst de kracht naar je lichaam en dat is minder kwetsbaar dan je hoofd.

Remweg

De remweg is de afstand die een voertuig aflegt terwijl er wordt geremd. De remweg is afhankelijk van:

Stopafstand

De stopafstand is de afstand die het voertuig nodig heeft om tot stilstand te komen vanaf het moment dat de bestuurder een gevaar waarneemt.

Reactieweg

De stopafstand is groter dan de remweg omdat de bestuurder na het waarnemen van het gevaar nog enige tijd nodig heeft om tot actie over te gaan: de reactietijd. Tijdens de reactietijd rijdt het voertuig gewoon door. De afstand die hierbij wordt afgelegd is de reactieweg.

Er geldt: stopafstand = reactieweg + remweg