Stap 3: Theorie

Een kracht kan een druk uitoefenen. De grootte van de druk die een kracht uitoefent, is afhankelijk van de oppervlakte waarop de kracht werkt.

Als een kracht werkt op een klein oppervlak is de druk groter dan als dezelfde kracht werkt op een groter oppervlak.

Een voorbeeld:


Deze schaatser en skiër wegen ongeveer evenveel. De zwaartekracht op de schaatser en skiër is dus ongeveer even groot. De oppervlakte waarop deze kracht werkt is bij de schaats van de schaatser kleiner dan bij de ski van de skiër. De druk van de schaatser op het ijs is dus groter dan de druk van de skiër op de sneeuw.

Met een woordformule kun je druk beschrijven als: