Algemene informatie over sūra al-falaq(سورة الفلق)
Sūra 113 in de Qur'ãn.
Sūra is makkī of madanī.
Al-falaq betekent 'de morgenstond'.
Vertaling van de sūra
قُلْ أَعُوذُ بِرَبِّ الْفَلَقِ Zeg (O Muḥammad): "Ik zoek toevlucht bij de Heer van de morgenstond.
مِن شَرِّ مَا خَلَقَ Tegen het kwaad dat Hij heeft geschapen.
وَمِن شَرِّ غَاسِقٍ إِذَا وَقَبَ En tegen het kwaad van de duisternis, wanneer deze aanbreekt.
وَمِن شَرِّ النَّفَّاثَاتِ فِي الْعُقَدِ En tegen het kwaad van de vrouwen die op knopen blazen.
وَمِن شَرِّ حَاسِدٍ إِذَا حَسَدَ En tegen het kwaad van de afgunstige, wanneer deze afgunstig is."
Uitleg van de sūra (تفسير)
Zoals gezegd betekent al-falaq de morgenstond. Het verwijst naar het verschijnen van de eerste licht in de ochtend.
Van het kwaad van al hetgeen geschapen is.
De nacht wanneer de zon ondergaat.
De mensen die zich bezig houden met zwarte magie en tovenarij.
Toevlucht bij Allāh zoeken tegen afgunstige en jaloerse mensen.
Reden van openbaring (أسباب النزول)
Deze sūra wordt gelinkt aan het incident waarbij de profeet te maken had met tovenarij. Een Joodse man genaamd Labīd ibn al-'Aṣam zou een magische spreuk over de profeet hebben uitgesproken. De profeet heeft voor 40 dagen aan deze spreuk geleden. Andere vertellingen (riwāyāt) vermelden 6 maanden.
Er zijn verschillende vertellingen over de specifieke reden van openbaring.
Belang van de sūra
Voordat de profeet ging slapen, blies hij in zijn handpalmen en reciteerde hij sūra al-ikhlāṣ, al-falaq en al-nās. Vervolgens wreef hij met zijn handpalmen over zijn lichaam. Het wrijven deed hij drie keer.
Er zijn verschillende overleveringen waarin de profeet sūraal-falaq en al-nās prijst en deze twee suwar gebruikte om zijn kwalen en pijn te bestrijden.