Algemene informatie over sūra al-kāfirūn(سورة الكافرون)
Sūra 109 in de Qur'ān.
Sūra is makkī.
Al-kāfirun betekent 'de ongelovigen.'
Vertaling van de sūra
قُلْ يَا أَيُّهَا الْكَافِرُونَ Zeg (O Muḥammad): "O jullie ongelovigen.
لَا أَعْبُدُ مَا تَعْبُدُونَ Ik aanbid niet wat jullie aanbidden.
وَلَا أَنتُمْ عَابِدُونَ مَا أَعْبُدُ En jullie aanbidden niet wat ik aanbid
وَلَا أَنَا عَابِدٌ مَّا عَبَدتُّمْ En ik zal niet aanbidden wat jullie aanbidden.
وَلَا أَنتُمْ عَابِدُونَ مَا أَعْبُدُ En jullie zullen niet aanbidden wat ik aanbid.
لَكُمْ دِينُكُمْ وَلِيَ دِينِ Voor jullie jullie godsdienst en voor mij mijn godsdienst."
Uitleg van de sūra(تفسير)
Gaat om elke ongelovige op de aarde, maar specifiek over de ongelovigen van Quraysh.
Het aanbidden van (stand)beelden of rivaliserende goden.
'Wat ik aanbid' verwijst naar Allāh.
Zelfde als tweede vers, maar sprekend over de toekomst.
Zelfde als derde vers, maar sprekend over de toekomst.
'Jullie godsdienst' verwijst naar ongeloof en 'mijn godsdienst' verwijst naar islām.
Reden van openbaring(أسباب النزول)
Een groep van Quraysh legde een deal voor aan de profeet. Zij zeiden tegen de profeet: "volg onze religie en wij zullen de jouwe volgen. Aanbidt onze goden een jaar lang en wij zullen jouw God het jaar daarop aanbidden. Als wat jij hebt gebracht beter is dan wat wij hebben, zullen we eraan deelnemen. Als wat wij hebben beter is dan wat jij hebt gebracht, dan zal jij eraan deelnemen." De profeet antwoordde met: "Allāh verbiedt het dat ik iets gelijk stel aan Hem." Hierop openbaarde Allāh deze sūra. De profeet ging vervolgens naar het heiligdom van deze groep, dat vol met mensen was, en reciteerde voor hen deze sūra.
Belang van de sūra
Deze sūra staat gelijk aan één vierde van de Qur'ān. (ḍa'īf; doch opgenomen door al-Tirmidhī en geaccepteerd door Ibn al-Qayyim)
De profeet reciteerde gewoonlijk sūra al-ikhlāṣ en sūra al-kāfirūn tijdens het sunna gedeelte van het fajr-gebed.