3.3 a sein und haben üben

Haben und sein üben!

Bij dit onderdeel ga je de twee belangrijke Duitse werkwoorden haben und sein door elkaar toepassen. De afgelopen keren heb je telkens alleen met haben of alleen met sein gewerkt, maar nu kunnen ze bij elke opdracht allebei voorkomen. Let dus goed op!

Taak 1: Maak de opdrachten op de volgende website! Snap je de opdracht nog niet zo goed. Kijk dan weer even terug bij de uitleg van haben und sein.

Taak 2: Maak de volgende opdracht! Als je een vraag fout hebt, kijk dan eerst goed, waarom het fout is.

Taak 3: Maak de volgende opdracht op de Wikiwijs. Bewaar het resultaat onder de naam "haben und sein" in de map van thema 1.