Spreken voor publiek
Voorbeeldantwoorden Sanne Wallis de Vries
| Aandachtspunten | Commentaar |
| Stelt ze zich voor en motiveert ze haar onderwerpskeuze? | Ze stelt zich niet voor en motiveert haar onderwerp niet echt. Ze geeft wat onzinnige argumenten die bedoeld zijn om de situatie in het onderwijs aan de kaak te stellen. |
| Varieert ze haar tempo, spreekt ze niet te snel? | In het begin redelijk tempo maar dat wordt steeds sneller. |
| Hoe is haar intonatie? | In het begin redelijk vlak, maar er komt steeds meer variatie om haar verontwaardiging (gespeeld) te tonen. |
| Spreekt ze verstaanbaar en goed Nederlands? | Het blijft goed verstaanbaar. |
| Past het woordgebruik bij het publiek? | Soms een beetje moeilijk, maar het publiek snapt goed waar het over gaat. |
| Maakt ze veel lange of korte zinnen? | Als ze op gang komt, maakt ze erg lange zinnen. |
| Gebruikt ze formeel taalgebruik? | Als ze het gebruikt, is het komisch bedoeld. |
| Gebruikt ze stopwoorden? | Nee |
| Is het stemgeluid niet te hard/zacht? | Wordt harder, maar past bij de act. |
| Is ze enthousiast en betrokken? | Te betrokken, maar past bij de act. |
| Ondersteunt ze haar woorden met (passende) gebaren? | Gebaren zijn bedoeld om het komisch te maken en daarom hier passend. |
| Kijkt ze regelmatig de zaal in? | In het begin niet dan leest ze voor. |
| Staat ze rechtop? | Ja |
| Wacht ze tot het weer stil is na gelach, geklap of onrust? | Ja |