We gaan de vijf cognitieve domeinen na aan de hand van het neuropsychologisch onderzoek, het NPO. Dit onderzoek wordt gedaan door een neuropsycholoog en bestaat uit verschillende testen die grofweg elk een verschillend domein test.
Voor alle cognitieve domeinen bestaan tests. De cognitieve screeningstests (zoals MMSE en MOCA [Montreal Cognitive Assessment]) testen meerdere domeinen, en geven een globale indruk. De uitgebreide tests zoals de neuropsycholoog ze uitvoert tijdens een neuropsychologisch onderzoek (een NPO) zijn per stuk grofweg bedoeld voor één domein.
Maar het beoordelen van de cognitie begint al tijdens de anamnese en hetero-anamnese. Een paar gerichte vragen stellen tijdens de anamnese is al een kleine test.
Let daarbij bijvoorbeeld op:
–Stemming: psychomotoriek, sombere uitingen, vragen naar anhedonie en suïcidaliteit
–Ziektebesef en -inzicht: lijdt de patiënt onder de problemen, reactie op hetero-anamnese
–Impulsregulatie: ontremde indruk, of juist heel initiatiefloos
–Tempo: traag tijdens anamnese, vastlopen in het verhaal
–Concentratie: de vraag halverwege het antwoord geven ineens vergeten zijn
–Taal: is het begrip en de spontane spraak intact