Zoals de naam doet vermoeden is vasculaire dementie dementie ten gevolge van cerebrovasculaire schade. De diagnose stoelt op een paar voorwaarden:
1. Er is sprake van dementie
2. Er zijn tekenen van cerebrovasculaire schade: focale neurologische afwijkingen bij neurologisch onderzoek en vasculaire laesies op de beeldvorming (CT of MRI)
3. Er moet een relatie zijn tussen 1 en 2: in tijd: de dementie moet binnen 3 maanden na een herseninfarct of -bloeding zijn ontstaan. En in ernst: de vasculaire laesie moet voldoende ernstig zijn en/of op een cruciale plaats voor cognitie gelokaliseerd zijn. Hiervoor zijn radiologische criteria. Een patroon van sprongsgewijze toename van de dementie past bij vasculaire dementie, dan kan er sprake zijn van telkens weer een klein infarct. Ook grote fluctuaties van de verschijnselen over de tijd worden hierbij gezien.
Vasculaire dementie (VaD) kan ontstaan ten gevolge van diverse vasculaire oorzaken. Er wordt onderscheid gemaakt tussen large vessel en small vessel VaD:
Large vessel: dementie door een infarct in één van de grote vaten: a. cerebri media, a. cerebri anterior. a. cerebri posterior in de dominante hemisfeer.
Small vessel: dementie door een infarct in een kleiner perforerend vat: lacunaire infarcten, of door uitgebreide vasculaire witte stofafwijkingen, duidend op chronische suboptimale perfusie.
De cognitieve verschijnselen treden snel op bij een large vessel stroke of een strategisch lacunair infarct en zijn afhankelijk van de localisatie van de laesie.
Witte stofafwijkingen worden langzaam ernstiger, en de cognitieve symptomen daardoor ook. Dit zijn vooral afwijkingen in tempo, executieve vaardigheden en fluency.
Hier kun je de regels vinden m.b.t. de vasculaire afwijkingen. (Scrol iets omhoog en klik op 'Samenvatting Literatuur')
Een speciale vorm van vascualaire dementie is CADASIL: Cerebral autosomal dominant arteriopathy with subcortical infarcts and Leukoencephalopathy). Het wordt veroorzaakt door een mutatie in het NOTCH3 gen, op chromosoom 19, met autosomaal dominante overerving. Patiënten krijgen op jonge leeftijd TIA’s en herseninfarcten (vaak lacunair), en worden hierdoor uiteindelijk dement. De helft van de patiënten heeft daarnaast migraine met aura. Vaak zijn er ook neuropsychiatrische verschijnselen (stemmingsstoornissen, bipolaire stoornis, angst/paniek); maar ja, we hebben al gezien dat dat bij meerdere oorzaken van dementie voorkomt dus dit is niet specifiek.
Afsluitende opmerking: Als na een large vessel stroke (infarcering of bloeding in het verzorgingsgebied van een grote arterie) dementie optreedt, is het diagnostisch dilemma meestal niet zo groot. Deze mensen zul je dan ook weinig aantreffen op een geheugenpoli.
Er zijn ook zeldzamere vormen van dementie waar wij nu niet verder op ingaan zoals:
De ziekte van Creutzfeldt-Jakob
Progressieve supranucleaire parese
Corticobasale degeneratie / corticobasaal syndroom