De volgende reactiepatronen moet je kunnen herkennen en opstellen. Je kan deze best afleiden en niet louter vanbuiten leren. Wanneer je de elementen in de reagentia bestudeert weet je meestal wel welke reactieproducten er kunnen gevormd worden. Er zijn twee reactiepatronen die minder evident zijn, deze leer je best wel vanbuiten.
Voorbeeld 1: Na + O2 → je hebt links een metaal en zuurstofgas=definitie van een metaaloxide, dus er ontstaat een metaaloxide →verbinding maken tussen Na(+I) en O(-II): Na2O
Na + O2 → Na2O
Aanpassen i.v.m. wet van behoud van massa( wet van behoud van atomen):
4 Na + O2 →2 Na2O