Lang, lang geleden hadden de mensen niet de mogelijkheid om selfies te maken en die met iedereen te delen. Ze maakten zich voorstellingen over een ideale wereld. Toen was het normaal dat veel kinderen al stierven voordat ze 5 jaar oud werden. Ze hadden wel wat anders aan hun hoofd dan dagelijks te kijken of ze er wel goed uitzagen. Ze dachten na over het leven zelf. Want wanneer leven we een goed leven? Is het leven net zoals een lange marathon, waarbij het steeds moeilijker wordt om verder te komen, om uiteindelijk in elkaar te zakken en te sterven? Of is het leven net zoals een kaars die je rustig kan laten branden? Of juist heel fel, waarbij de kaars aan 2 kanten tegelijkertijd brandt en daardoor snel is opgebrand?
Ook toen hadden ze allerlei mensbeelden. Wat we zagen op de wereld was maar een deel van de werkelijkheid. Je ziet elkaar wel, maar je ziet niet van elkaar wat je denkt. Je weet niet altijd of iemand anders het goed met je voorheeft. De bepaald niet knappe Griek Socrates vergeleek het met mensen die alleen schaduwen van de werkelijkheid zagen.
De parabel van de grot https://www.youtube.com/watch?v=vVO7DcUM5wU&list=PLi_srCikhtgh3In8GGRQqMpE7Kvof2o63&index=3