Naast de historische tijd waarin het verhaal zich afspeelt, kan tijd ook op een andere manier een rol spelen in een verhaal. Hieronder vind je de verschillende aspecten van tijd in een verhaal.
Jaap Robben leest voor uit 'Zomervacht' (2018) https://www.youtube.com/watch?v=iApoxeRH4XI
Verteltijd en vertelde tijd
De verteltijd is de tijd die je nodig hebt om het verhaal te lezen of voor te lezen. Eigenlijk zouden we de verteltijd in minuten of uren uit moeten drukken, maar dat wordt lastig omdat iedere lezer een ander leestempo heeft. Bij verteltijd benoemen we daarom meestal hoeveel pagina's het verhaal beslaat. De vertelde tijd is de tijd die voorbijgaat in een verhaal. Om een antwoord te geven op deze vraag kijk je naar de eerste en laatste gebeurtenis in het verhaal en probeer je te berekenen hoeveel uren/dagen/jaren daartussen zitten.
Stel je voor: je leest de roman Onder de paramariboom (2018) van Johan Fretz. Het kost je ongeveer 10 uur om het boek te lezen en het boek bestaat uit 233 pagina's. In het boek wordt beschreven dat het hoofdpersonage, Johannes Fretz, acht dagen in Suriname is. De verteltijd van dit verhaal is dan 233 pagina's en de verteltijd acht dagen.
Het is goed om te kijken naar de verhouding tussen de verteltijd en vertelde tijd. Is deze enigszins gelijk, dan nemen de gebeurtenissen in het verhaal even veel tijd in beslag als het daadwerkelijk lezen van het verhaal. Dit is het geval wanneer er sprake is van een dialoog in het verhaal. Worden diverse gebeurtenissen kort samengevat en duren ze in werkelijkheid veel langer, dan is er sprake van tijdsversnelling. De verteltijd is dan korter dan de vertelde tijd. Wordt iets juist heel uitgebreid en gedetailleerd beschreven, dan is er juist sprake van tijdsvertraging. De verteltijd is dan langer dan de vertelde tijd.
Analyse: wanneer je de verhouding tussen verteltijd en vertelde tijd analyseert, benoem je eerst wat volgens jou de verteltijd en vertelde tijd zijn. Vervolgens onderbouw je dit met verwijzingen naar het verhaal. Tot slot benoem je of er sprake is van vertraging of versnelling. In een dialoog is de verteltijd uiteraard gelijk aan de vertelde tijd.
Chronologie
Een auteur hoeft zich bij het vertellen van een verhaal niet te houden aan de volgorde waarin gebeurtenissen plaatsgevonden hebben. Als hij dit wel doet, vertelt hij het verhaal chronologisch. De gebeurtenis die het eerst plaatsgevonden heeft, wordt ook als eerst in het verhaal verteld. De auteur kan er ook voor kiezen om de chronologie te verbreken. Dit doet hij bijvoorbeeld door middel van een flashback. Hierbij wordt de verhaallijn als het ware stilgelegd en wordt de lezer mee teruggenomen naar een gebeurtenis uit het verleden. Hierbij wordt de gebeurtenis op zo'n manier beschreven dat het lijkt alsof dat moment nu plaatsvindt.
Een andere manier is door middel van een flashforward. Hierbij wordt er juist een sprong de toekomst in gemaakt. De lezer krijgt als het ware een visioen voorgeschoteld.