De komende weken ga je aan de slag met het onderwerp: ‘Van groot naar klein’. Je gaat daarbij o.a. aan de slag met het denken en werken op schaal (grootte).
Vanuit de aarde doe je dat door te kijken hoe het zonnestelsel is opgebouwd. Vervolgens breng je in kaart welke rol satellieten spelen in ons dagelijks leven en zoom je als laatste in op de weersverschijnselen op aarde.
De leerdoelen die daarbij centraal staan zijn hieronder beschreven.
Ik kan de baan van de maan rond de aarde tekenen als een ovaal (KENNIS 1).
Ik kan van een planeet en manen eigenschappen beschrijven (KENNIS 1).
Ik kan verschillende soorten satellieten benoemen en aangeven wat hun functie is (KENNIS 2).
Ik kan aangeven hoe een satelliet in een baan om de aarde blijft draaien (KENNIS 2).
Ik kan voor een probleem op aarde een ontwerp voor een satelliet beschrijven (KENNIS 2).
Ik kan de drie fasen van een stof benoemen (KENNIS 3).
Ik kan uitleggen waarom veel vaste stoffen een kenmerkende kristalstructuur hebben (KENNIS 3).
Ik kan de zes fase-overgangen van stoffen benoemen en weergeven in een fasedriehoek (KENNIS 4).
Ik kan beschrijven of voor een fase-overgang de stof moet worden verwarmd of worden afgekoeld (KENNIS 4).
Ik kan beschrijven hoe de fase-overgangen van water een belangrijke rol spelen bij allerlei weersverschijnselen (KENNIS 4).