1. Reageren op je omgeving

De gehele dag zijn je zintuigen in je lichaam actief met het waarnemen van de buitenwereld. Wanneer je bijvoorbeeld eten ruikt, is een mogelijke reactie van je lichaam het 'watertanden'. De zintuigen in je neus en ogen geven seintjes af, die via zenuwen naar je hersenen gaan. Je hersenen verwerken deze seintjes en reageren hierop, door het afgeven van andere seintjes. Deze seitnjes gaan via zenuwen naar je armspieren. Doordat je armspieren samentrekken, kun je het eten pakken en naar je mond brengen.

 

Zintuigen

In je lichaam komen veel zintuigen voor. De bekendste zintuigen liggen in je ogen en in je oren. Maar er liggen ook zintuigen in je neus, in je tond en in je huid. Al je zintuigen samen vormen het zintuigenstelsel. In de onderstaande afbeelding zie je de ligging van elke zintuigen weergegeven. Je ziet dat in je oren twee typen zintuigen voorkomen: je gehoorzintuigen en de evenwichtszintuigen.

In je huid liggen zintuigen waarmee je iets kunt voelen. Je kunt echter op verschillende manieren iets voelen. In je huid liggen dan ook verschillende soorten zintuingen: warmtezintuigen, koudezintuigen, drukzintuigen en tastzintuigen.
Warmtezintuigen reageren wanneer je huid in aanraking komt met iets dat warmer is dan je huid. Koudezintuigen reageren wanneer je huidin aanraking komt met iets dat kouder is. Drukzintuigen reageren wanneer er op je huid iets wordt gedrukt. Drukzintuigen liggen diep in je huid. Tastzintuigen reageren op lichte aanrakingen van je huid. Met je tastzintuigen kun je waarnemen hoe voorwerpen aanvoelen, bijvoorbeeld glad, ruw, hard of zacht. De tastzintuigen liggen in tastknopjes.


Een zintuig is een orgaan dat reageert op bepaalde invloeden uit de omgeving. Zo'n invloed uit de omgeving op een organisme noem je een prikkel. Enkele voorbeelden van prikkels zijn licht(stralen), geluiden, geuren en aanrakingen. Onze zintuigen vangen deze prikkels op, waardoor we allerlei dingen kunnen waarnemen.
In de zintuigen liggen zintuigcellen. Zintuigcellen zijn aangesloten op zenuwen. Als zintuigcellen prikkels opvangen, ontstaan in de zintuigcellen impulsen. Impulsen zijn een soort elektrische signalen. Impulsen worden door zenuwen naar de hersenen geleid.