3. Het zenuwstelsel

De zintuigcellen geven impulsen door aan zenuwen. Alle zenuwen
samen vormen het zenuwstelsel. In de afbeelding hiernaast is het zenuwstelsel van de mens schematisch getekend. Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen.
Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. De zenuwen verbinden het centale zenuwstelsel met alle lichaamsdelen.
Wanneer er een impuls ontstaat in een zintuigcel, wordt deze via zenuwen naar je hersenen geleid.

Je hersenen verwerken de impulsen die van al je zintuigen afkomen. Daardoor word je je bewust van de dingen die je waarneemt. Je kunt dan ook bewust reageren op de prikkels die je zintuigen hebben opgevangen. Als je bewust reageert, ontstaan er impulsen in je hersenen. Deze impulsen worden via zenuwen naar een doelorgaan gestuurd.
Een zintuig reageert op prikkels door impulsen af te geven. Het zenuwstelsel verwerkt de impulsen die van de zintuigen afkomen. Ook regelt het zenuwstelsel de werking van spieren en klieren.

Je kan ook pijn waarnemen. Pijn neem je bijvoorbeeld in de huid waar met pijnpunten. Dat zijn de uiteinden van bepaalde zenuwen. Zie onderdeel B3.