Beoordelingsformulier

Beoordelingsformulier Romijn (word-versie)

Algemeen

Criteria

O  

V1

G2

  • Titelpagina
  • Inhoudsopgave
  • Inleiding
  • Bijlagen
  • Bronvermelding
  • Lay-out / vormgeving
  • Verslaglegging in eigen woorden (plagiaatcontrole)

 

 

 

 

Deelproduct 1 – bronnenonderzoek autisme en LVB (verslag) + theorie Maatschappelijke Zorg 1 (Angerenstein)

Criteria

O

V1

G2

Autisme:

  • Omschrijft in eigen woorden wat autisme is
  • Doet onderzoek naar de volgende onderwerpen:
  1. Hoe vaak komt autisme voor (prevalentie)?
  2. Oorzaken
  3. Gedrag
  4. Diagnostiek
  5. Behandeling
  6. Begeleiding

 

Licht Verstandelijke Beperking (LVB):

  • Omschrijft in eigen woorden wat LVB is
  • Doet onderzoek naar de volgende onderwerpen:
  1. Hoe vaak komt LVB voor (prevalentie)?
  2. Oorzaken
  3. Gedrag
  4. Diagnostiek
  5. Behandeling
  6. Begeleiding

 

Theorie Maatschappelijke Zorg 1 (thema 4, 7 en 8):

  • Wat zijn de principes van SON-Rise?
  • Waarvoor is het TEACCH-programma ontwikkeld?
  • Waarom willen mensen met autismespectrumstoornis duidelijkheid volgens de “geef mij de vijf”-methode?
  • Kun je de methode Vlaskamp toepassen bij kinderen zoals Romijn? Waarom wel of niet?
  • Aan welke zeven thema’s geef je aandacht tijdens een familiegesprek?
  • Benoem vijf aandachtspunten bij familiezorg.
  • Welke reacties kun je bij mensen tegenkomen als zij iemand verliezen?
  • Welk gedrag kan een jong kind laten zien als hij één van zijn ouders verliest?
  • Er zijn aspecten van ondersteunen die van toepassing zijn op alle doelgroepen en alle soorten beperkingen. Welke zijn dat? Leg ze kort uit.
  • Waar houd je rekening mee als je iemand met een verstandelijke beperking instructie geeft?

 

 

 

 

Deelproduct 2 – concept ondersteuningsplan voor Romijn (verslag) - methodiek en begeleiden voor maatschappelijke zorg thema 1 + 2

Criteria

O

V1

G2

  • Het ondersteuningsplan heeft een overzichtelijke lay-out en er wordt gebruik gemaakt van tabellen.
  • Personalia en overige relevante gegevens op het voorblad
  • Relevante omschrijving van de beginsituatie
  • Formuleer een ondersteuningsvraag
  • Formuleer een langetermijndoel gericht op de sociaal- emotionele ontwikkeling
  • Formuleer een langetermijndoel gericht op de cognitieve ontwikkeling
  • Formuleer een langetermijndoel gericht op de lichamelijke ontwikkeling
  • Formuleer bij elk langetermijndoel één kortetermijndoel
  • Bedenk bij elk kortetermijndoel een aanpak. Maak in de aanpak gebruik van  een drama- en/of muziekacitiviteit en de methode “Geef mij de vijf”.

 

 

 

 

Deelproduct 3 – concept dagprogramma inclusief een drama- en/of muziekactiviteit (verslag)

Criteria

O

V1

G2

Gebruik theorie Methodiek en begeleiden (thema 2, 10, 12 en 14):

  • Het dagprogramma bevat vijf uitgeschreven dagen gericht op ritme, regelmaat en uitdaging voor in de herfstvakantie
  • Bedenk onderdelen waarin zelfstandigheid naar voren komt en onderdelen waarin samenwerken centraal staat
  • Er is rekening gehouden met interesses van Romijn
  • Het dagprogramma is uitgeschreven volgens een plan van aanpak (vijf W-vragen en/of “geef me de vijf”)
  • Er zijn ondersteunende pictogrammen toegevoegd voor het gehele programma
  • Beschrijf de begeleidingsstijl die van toepassing is bij de verschillende onderdelen en waarom
  • Het dagprogramma bevat verschillende onderdelen uit de activiteitencategorieën
  • Beschrijf kort hoe de doelen uit deelproduct 2 behaald kunnen worden binnen het dagprogramma (koppeling theorie naar praktijk)
  • De ontwikkelingsaspecten komen terug in het programma
  • Bij een drama- en/of muziek activiteit komen attributen aan bod
  • Bij een drama- en/of muziek activiteit is er rekening gehouden met de problematieken van Romijn

 

 

 

 

Deelproduct 4 – reflectie (verslag)

Criteria

O

V1

G2

Kern

In de kern beschrijf en analyseer je de situatie.

  • Wat gebeurde er?
  • Wie waren erbij betrokken?
  • Welke activiteiten heb jij verricht in de situatie?
  • Wat was het effect van jouw handelen op anderen?
  • Wat was het effect van jouw handelen of je gedachten en emoties?
  • Welke resultaten zijn er geboekt?

       

Theorie:

Wat wilde ik leren? / Wat waren mijn leerdoelen? Waar wilde ik aan gaan werken?

Beschrijf de situatie:

  • Wat was de situatie?
  • Wat was mijn rol?
  • Wat was de rol van anderen?

    Analyseer de situatie:
  • Hoe voelde ik me daarbij?
  • Wat dacht ik daarbij?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan er beter?
  • Leg verbanden tussen jouw gedrag en het effect dat jouw gedrag had op anderen.
  • Leg eventueel relaties met de theorie.

 

Slot
In het laatste gedeelte van het verslag, bespreek je de conclusies. Je beschrijft wat je hebt geleerd en wat je nieuwe leerdoelen zijn.

Trek conclusies:

  • Wat heb ik geleerd en hoe heb ik geleerd?
  • Wat neem ik hiervan mee voor de toekomst? (Geef aan waarom je op deze manier blijft handelen of waarom er veranderingen moeten komen, neem hierbij de beroepspraktijk als uitgangspunt)