Als je een begrip of moeilijk woord tegenkomt dan schrijf je dit op een kaartje.
Je zoekt de goede betekenis op en schrijft dit aan de andere kant van het kaartje.
Als je de kaartjes hebt geschreven beginnen alle kaartjes in stapel 1. Ken je er één? Dan schuift hij een stapel op, naar stapel 2.
De volgende dag begin je met stapel 2. Ken je er één uit 2? Dan gaat hij naar stapel 3. Daarna ga je naar stapel 1. Ken je er één dan schuift hij naar stapel 2.
De volgende dag sart je met stapel 3. Ken je er één uit stapel 3 dan gaat die op de eindstapel. Dan begin je met stapel 2. Ken je er één uit 2? Dan gaat hij naar stapel 3. Daarna ga je naar stapel 1. Ken je er één dan schuift hij naar stapel 2.
Je gaat zo iedere dag verder totdat alle begrippen op de eindstapel liggen.
Als je alle begrippen op de eindstapel hebt liggen, draai je de kaartjes en ga je opnieuw stap 5 t/m 9 doen.