Introductie

Inleiding

De vorige periode hebben we kennis gemaakt met verschillende spel en drama onderdelen waarin jezelf de hoofdrol speelde. Het doel in de eerste periode was om jezelf te laten zien door middel van het uitvoeren van spelletjes en drama activiteiten en om je grenzen te verleggen.

In deze tweede periode richt je je op de diverse doelgroepen die vallen onder pedagogisch werk en basisonderwijs. Je ontwikkelt je verder in het je bewust inzetten van expressieve activiteiten om de ontwikkeling te stimuleren. Je leert waar je rekening mee moet houden bij het voorbereiden en uitvoeren van spel en drama activiteiten. Een dreumes ontdekt bijvoorbeeld dat bewegen fijn is, heeft een korte spanningsboog, heeft korte en duidelijke uitleg nodig, wil graag ‘zien’ wat de bedoeling is. De taal, cognitieve en motorische ontwikkeling van een dreumes is heel anders dan dat van een 8-jarig schoolkind. Een puber is gevoelig voor wat anderen van hem of haar denken en wil niet voor gek staan bij de uitvoering van opdrachten. Hier heb je rekening mee te houden.

Een spel en drama activiteit staat en valt met het juist inschatten van wat een kind of jongere kan en wat ze aanspreekt. Na de introductie leer je hoe je een activiteit kort en duidelijk kunt uitleggen, leg je de spelregels uit en geef je begeleiding bij de uitvoering. Door na te bespreken en te evalueren ontdek je je sterke kanten en je ontwikkelpunten.

Je vult je les map met aantekeningen, lesvoorbeelden en ideeën zodat je je meer bewust wordt wat je kunt kiezen voor een doelgroep op het gebied van spel en drama.

We gebruiken het boek PK Kindercentra 4-13, hst 3 Spelen en vrije tijd en hst 15 Spel en activiteitenbegeleiding.