Natuurlijk hopen we allemaal dat het nooit nodig is, toch is het goed om je voor te bereiden op een eventuele noodsituatie. Dat kan al met een paar kleine ingrepen:
Weet waar je de (nood)uitgang kunt vinden, bijvoorbeeld op het kinderdagverblijf of bij een indoor speeltuin.
Zorg voor een gevulde verbanddoos thuis, in de auto en neem je verbanddoosje mee op reis.
Zorg dat je weet hoe de luidsprekerfunctie op je telefoon werkt. Als je 1-1-2 belt en je zet je telefoon op de luidsprekerstand kun je namelijk de instructies van de cenralist opvolgen en heb je tevens je handen vrij om hulp te verlenen.
In i-Tunes of Google Play Store kan je de gratis EHBO-app van het Rode Kruis downloaden. Zo heb je altijd alle EHBO-kennis op zak.
Zet belangrijke telefoonnummers, van bijvoorbeeld je huisarts of de huisartsenpost, in je telefoon. Door de naam steeds met AAA of 000 te laten beginnen staan deze nummers altijd bovenaan.
Sla onder ICE (In Case of Emergency) in je telefoon de telefoonnummers van familieleden op die gewaarschuwd moeten worden als jou iets overkomt. Hulpdiensten hebben soms de grootste moeite om familieleden van een slachtoffer te vinden. Meestal staan hun telefoonnummers wel in de mobiel van het slachtoffer, maar weten de hulpdiensten niet wie de rechtstreekse verwanten van het slachtoffer zijn. Om dit probleem op te lossen zijn de ICE-nummers bedacht. Onder deze afkorting kan men de naam en het telefoonnummer opslaan van mensen die gewaarschuwd moeten worden bij een ongeval. Tevens kan men een volgorde opgeven: ICE 1 voor de eerste persoon die gebeld moet worden, gevolgd door ICE 2 en ICE 3.