Stap 2

2. Beoordeel de toestand.

Het is de bedoeling om snel de algemene toestand van het kind in te schatten. De situatie of verschijnselen kunnen aanwijzingen geven over de situatie van het kind. De benadering van een kind kan het best gebeuren als je de gewonde aankijkt, dat voorkomt ook dat een kind eventueel onnodig met zijn nek draait als je het aanspreekt.

Controle van het bewustzijn en controle van de ademhaling zijn de belangrijkste controlemomenten en bepalen jouw volgorde van handelingen.

Sommige acute letsels hebben voorrang op een verdere beoordeling: bij een kind dat bij bewustzijn is, worden eventuele brandwonden direct gekoeld. Een kind waarvan je denkt dat het nek- of wervelletsel heeft, maak je direct duidelijk dat het niet mag bewegen.

Onderzoek wat er aan de hand is en wat het kind heeft

Een grondiger onderzoek kan nodig zijn als het niet helemaal duidelijk is wat er aan de hand is en welk letsel het kind heeft opgelopen. Als een professionele hulpverlener aanwezig is, laat hem dit dan doen en doe het niet zelf. Als je zeker bent dat het kind buiten levensgevaar is, ga dan verder na wat er gebeurt is. Luister naar wat het slachtoffer vertelt en naar de getuigen van het ongeval.

Vraag wat er is gebeurd.

Luister of en wat voor geluiden er zijn bij het ademen (bijvoorbeeld een piepende ademhaling).

Kijk of je zwelling, bloeding, verkleuring of een abnormale stand van de ledemaat kunt zien.

Vraag of het kind bewegingen met armen of benen kan uitvoeren zonder pijn.

Onderzoek pijnlijke plaatsen voorzichtig.

Observeer het kind.

Voel met je wang bij een bewusteloos slachtoffer of er luchtstroming is.

Ruik of je verder nog iets ontdekt (bijvoorbeeld benzinegeur).

Als het kind niet kan meewerken, bijvoorbeeld omdat het bewusteloos is, probeer dan een verklaring te vinden door de betrokkene of zijn omgeving goed te observeren.