Achtergrond
Fasciitis necroticans is een relatief zeldzaam ziektebeeld met, indien niet vroegtijdig herkend, een hoge kans op mortaliteit. Bij patiënten met een fasciitis necroticans worden monomicrobiële (15-38%) en polumicrobiële infecties gevonden.
Er bestaan twee typen fasciitis necroticans.
Type 1 is een polymicrobiële infectie van de weke delen (menginfectie van anaëroben, Gram-negatieve aërobe bacteriën, en enterococcen). Predisponerende oorzaken zijn chirurgie en diabetes mellitus. De fasciitis verloopt zeer snel en omvat infectie van de diepe fasciae en subcutaan vet en wordt gekenmerkt door hevige pijn, zwelling, voelbare crepitaties, bullae en necrose van de huid. De weefselnecrose wordt versterkt door een verhoogde druk in het compartiment door ontstekingsoedeem en trombose van de kleine vaten.
Type 2 is een monomocrobiële infectie. Deze infectie wordt vooral veroorzaakt door ß-hemolytische groep-A-streptokokken (34-54% door de Streptococcus Pyogenes), waardoor het toxisch shocksyndroom kan ontstaan. Symptomen hiervan zijn malaise, koorts, misselijkheid, braken, diarree en myalgie. Predisponerende factoren zijn een penetrerend letsel, snijwonden, splinters, een chirurgische procedure en varicella. Het beeld is snel prograssief, met oedeem, bullae en necrose van de subcutis. Crepitaties worden doorgaans niet gevoeld. Eerst onstaat er een diffuse oedemateuze roodheid, gevolgd door bullae gevuld met heder vocht, die snel roodpaars verkleuren. In dit stadium is de diagnose necrotiserende fasciitis duidelijk, echter in een vroeg stadium kan het onderscheid tussen cellulitis en necrotiseredne fasciitis lastig zijn.
Necrotiserende fasciitis; het linker been vertoont uitgebreide roodheid, blaarvormiing en necrose