Bij een hyperbool wordt iets op een overdreven manier uitgedrukt om iets duidelijker te maken: het wordt sterker gezegd dan het in werkelijkheid is. Je gebruikt dus een hyperbool om iets op te laten vallen.
Bijvoorbeeld:
De leerlingen vinden dat zij worden doodgegooid met huiswerk.
In deze zin worden de leerlingen -gelukkig- niet letterlijk doodgegooid met huiswerk. De leerlingen vinden dat zij heel erg veel huiswerk krijgen. Doodgegooid is in deze zin de hyperbool.