De voorbereidingsfase kent een aantal onderdelen. Je denkt samen goed na over je onderwerp. Bedenk wat je jezelf allemaal afvraagt omtrent dat onderwerp en schrijf elke vraag die in je opkomt op. Het kan verstandig zijn om dit individueel te doen en daarna elkaars vragen te bespreken. Daarna bedenk je, evt. samen met je partner, wat de beste manier om jullie onderwerp te gaan onderzoeken. Uiteindelijk kiezen je partner en jij een vraag die jullie het belangrijkst en het meest interessant vinden. In overleg met je coach bepaal je of dit een goede essentiele vraag is. Daarna ga je deze essentiele vraag op delen in meerdere kleine vragen. Dit worden uiteindelijk je deelvragen. Hierna is het van cruciaal belang om met een goed plan van aanpak te komen: wat ga je wanneer doen?
Voor de persoon die jij op het oog hebt, ga je je oriënteren. Schrijf vijftien informatieve vragen op, zoals:
Hierna ga je op het internet (denk aan betrouwbare bronnen!) antwoorden opzoeken op deze vragen. Zet de vragen en antwoorden in je Logboek. Je logboek is een document waarin je al je informatie zet. Zet er ook steeds bij wat de bron is van al deze stukjes informatie (tussen haakjes bijvoorbeeld).
Probeer je aan de hand van deze informatie in te leven in jouw persoon. In wat voor tijd leefde hij, waarom deed hij wat hij deed? Probeer het persoonlijk te maken: hoe moet het zijn om deze persoon te zijn geweest?
Je gaat nu een essentiele vraag formuleren over jouw persoon.
Een essentiële vraag: • Heeft geen pasklaar antwoord en is niet met een simpele zoekactie te beantwoorden. • Stijgt boven een specifiek onderwerp uit. • Roept vragen op, met die vragen kun je de richting bepalen en de essentiële vraag verbinden aan het te behandelen onderwerp. • Hydra-effect: beantwoord één vraag en twee andere dringen zich op. • Is tijdloos. Is net zo relevant in Plato’s tijd als nu. • Vergt kritisch doordenken, hoe dieper je onderzoekt, hoe onzekerder het antwoord. • Daagt uit tot betekenisvolle discussie, debat en kennisontwikkeling. • Vergroot jouw betrokkenheid van door een persoonlijke connectie.
Hoe stel je een goede onderzoeksvraag https://www.youtube.com/watch?v=6W3rbLtJyLk&feature=youtu.be
Als je een essentiele vraag hebt, ga je deelvragen opstellen. De deelvragen zijn eigenlijk kleinere onderdelen van je hoofdvraag: een boodschappenlijstje van wat je moet uitzoeken voor je je onderzoeksvraag kunt beantwoorden.
Je gaat meerdere deelvragen formuleren. Samen beantwoorden die vragen je hoofdvraag. Zorg dat je deelvragen niet over dingen gaan waar je bij het beantwoorden van de hoofdvraag niets aan hebt.
Je noteert je hoofdvraag en je deelvragen en bespreekt dit met een docent. Als die tevreden is, kun je verder.
Essentiele vraag / Eindresultaat en deelvragen
WAT wil je weten, maken of doen? Zet je essentiele vraag/ eindresultaat en deelvragen / tussenresultaten weer in Seesaw en bespreek ze met je coach vóór je begint met de aanpak van je quest.
Wat heb je nodig en hoe kom je eraan?
Het wat en waarom van jouw eigen quest heb je nu wel duidelijk. Dit maakt het een stuk makkelijker om te bedenken wat je allemaal nodig hebt om je quest te kunnen uitvoeren.
Denk daarbij aan... :
► kennis |
► materialen |
► mensen |
Een goede manier is om per deelvraag / tussenproduct te bedenken wat je nodig hebt om de deelvraag te kunnen beantwoorden of het tussenproduct te kunnen maken.
Als je weet wat je allemaal nodig hebt is het een 'kleine' stap om te bedenken hoe je het gaat aanpakken.
Oftewel; waar en hoe ...
► haal je kennis vandaan die je nodig hebt?
► maak of koop (huur, leen) je de dingen die je nodig hebt?
► vraag je de mensen om je te helpen?
Bedenk wat je allemaal moet weten om jouw essentiele vraag te kunnen beantwoorden of je eindproduct te kunnen maken.
Bedenk daarna welke materialen je nodig hebt om je hoofdvraag te kunnen beantwoorden of je eindproduct te kunnen maken.
Bedenk welke mensen je kunnen/moeten helpen om je hoofdvraag te kunnen beantwoorden of je eindproduct te kunnen maken.
Schrijf de antwoorden op bovenstaande vragen op
Zet je antwoorden in Seesaw ...
Voorkom Plagiaat!
Plagiaat is het toe-eigenen van het geestelijk werk van anderen en het als eigen werk openbaar maken. Met andere woorden: het intellectueel eigendom stelen van iemand anders en ermee gaan pronken.
Iemand heeft onderzoek gedaan naar iets (en geloof ons: dat is veel werk) en heeft daaruit een conclusie getrokken. Je kan in jouw verslag niet zomaar zeggen dat X een positief effect heeft op Y. Dat kun je wel zeggen als je de auteur netjes zijn of haar credits geeft. Dat doe je in je profielwerkstuk vaak door hun naam erbij te noemen en in jouw bronnenlijst te verwijzen naar de plaats waar je deze bevinding bent tegengekomen. Simpel gezegd: gebruik dus altijd een bronvermelding als je iets van iemand anders overneemt.
Planning & Quest plan
Wanneer ga je nu wat doen? Maak een planning!
Hierbij ga je voor alle acties die je bedacht hebt, nadenken over ...
► hoe lang denk je ervoor nodig te hebben
► in welke volgorde denk je ze te gaan uitvoeren
Maak je planning
Eisen
Daarnaast is het belangrijk om te bepalen wanneer je klaar bent met je quest; wanneer vind je dat het goed is?
► wanneer heb je een duidelijk antwoord op je essentiele vraag gekregen
(als je iets wilde weten)?
► welke eisen stel je aan je eindresultaat (als je iets wilde maken)?
► (wanneer) heb je geleerd wat je wilde leren?
Schrijf je eisen op voor de belangrijkste tussenresultaten én je einddoel
De voorbereiding van jouw quest is nu (bijna) klaar. Het enige wat je nog hoeft te doen, is alles wat je hiervoor hebt verzameld, om te zetten in een overzichtelijk Quest-plan.
Maak je Quest-plan in de vorm van een keynote en zorg dat hieruit duidelijk wordt
► Bespreek je eerste versie van jouw Questplan met je coach
► Presenteer je definitieve Questplan aan je eXplore group