De verschillende typen schildkliercarcinoom zijn reeds genoemd in het Osmosis youtube filmpje.
Hieronder nogmaals de belangrijkste kenmerken op een rijtje:
1. Papillair thyroïdcarcinoom
- Kenmerken: Meest voorkomend, 70% van de carcinomen in schildklier, Risicofactoren zijn bestraling op kinderleeftijd, 1e graads familielid met schildkliermaligniteit.
Tumor ontstaat uit follikelcellen die het schildklierhormoon produceren.
- Behandeling: Indien unifocaal carcinoom < 1 cm volstaat hemithyroidectomie, bij irradicale resectie een/of multifocaal carcinoom heeft totale thyreoidectomie de voorkeur, waarna radioactieve behandeling.
- Aanvullend beleid: Voor laag-risicogroep advies om jaarlijks thyreoglobuline te bepalen met daarbij palpatie van de hals tot 5 jaar follow-up. Voor de follow-up van niet-laag risicogroep kijk op oncoline (https://www.oncoline.nl/index.php?pagina=/richtlijn/item/pagina.php&id=37837&richtlijn_id=946)
- Prognose: 10-jaarsoverleving > 95% voor het meest gunstige stadium
2. Folliculair thyroïdcarcinoom
- Kenmerken: 10% van de maligniteiten zijn folliculair, over het algemeen bij leeftijd tussen 40-60 jaar en voornamelijk vrouwen. Risicofactor is bestraling. Tumor gaat uit van follikelcellen.
- Behandeling: Totale thyreoidectomie gevolgd door radioactieve behandeling met jodium.
Indien verdenking eerst diagnostische hemithyreoidectomie, waarna completeringsthyreoidectomie en evt. halsklierdissectie (level IV).
- Aanvullend beleid: Voor laag-risicogroep advies om jaarlijks thyreoglobuline te bepalen met daarbij palpatie van de hals tot 5 jaar follow-up. Voor de niet-laag risicogroep geldt een beleid
- Prognose: 10-jaarsoverleving vna 95% indien < 40 jaar, 80% bij leeftijd van 40-60 jaar
3. Medullair thyroïdcarcinoom
- Kenmerken: Ongeveer 1% van de schildkliermaligniteiten. Gaat uit van de parafolliculaire of C-cellen van de schildklier en die produceren calcitonine (vandaar ook dat calcitonine-gehalte wordt gemeten). 20% van de medullaire carcinomen zijn familiair, soms een spontane mutatie, of i.h.k.v. MEN-2-syndroom. Kenmerkend bij MEN-2 zijn: diarree, feochromocytoom (bij 50%), hyperparathyreoïdie gepaard gaande met hypercalciëmie (bij 15-30%). Daarom wordt ook beeldvormend onderzoek van bijnieren verricht.
- Behandeling: Totale thyreoidectomie met dissectie van cervicale lymfeklieren, aanvullend kan er nog voor radiotherapie gekozen worden. LET OP: dit carcinoom is niet gevoelig voor behandeling met jodium
- Aanvullend beleid: Serumlevels calcitonine en CEA 3-6-12 maanden postoperatief bepalen, daarna jaarlijkse controle
- Prognose: 10-jaarsoverleving bij graad 1 is 100%, bij graad 4 is dat 21%
4. Anaplastisch carcinoom
- Kenmerken: Ongeveer 1% van de schildkliermaligniteiten, meest agressieve vorm. Vaak een voorgeschiedenis van papillair of folliculair schildkliercarcinoom.
- Behandeling: 90% heeft op moment van diagnose reeds metastasen in longen, indien resectabel o.b.v. beeldvormend onderzoek heeft resectie slechts kleine winst wat betreft overleving. Indien ingroei in omliggende structuren wordt vaker conservatief beleid gehanteerd.
- Aanvullend beleid: Afhankelijk van stadium volgt radiotherapie en/of chemotherapie.
- Prognose: 1-jaarsoverleging 20%, mediane overleving is 5 maanden
Bron: iBook 'Endocriene chirurgie' en probleemgeorienteerd denken in de interne geneeskunde